Nieuw kabinet moet norm 3-30-300 invoeren
Veel organisaties laten zich horen in de aanloop naar de verkiezingen voor de
Tweede Kamer op 22 november. IVN zet een praktische norm in, 3-30-300 en dat
biedt kansen voor recreatie dichtbij huis.
De problemen op de woningmarkt staan voor de kiezer met stip op 1 als
belangrijkste thema voor de Tweede Kamerverkiezingen. Het is overduidelijk dat
er iets moet gebeuren, maar bouw om steden toekomstbestendig te maken vooral
samen met de natuur. Dat is belangrijk voor ieders gezondheid én de
biodiversiteit, pakt IVN als uitgangspunt voor een nieuw kabinet.
"Als IVN Natuureducatie roepen we de politiek daarom op
vooral aan de slag te gaan met de 3-30-300-regel. Kort door de bocht: vanuit
ieder raam zicht op 3 bomen, ieder gebouw voor 30 procent in de groene schaduw
en binnen 300 meter een groene recreatieplek.”
"We zullen de komende decennia rekening moeten houden met
veranderende weersomstandigheden. In de zomer zullen steden vaker zuchten onder
de hitte, terwijl op andere momenten hevige neerslag zal zorgen voor flinke
wateroverlast. Dat valt niet te negeren.”
Steden moeten aan de slag met meer natuur. Dat begint bij
mensen in de achtertuin, waarvan vele helaas volledig betegeld zijn, maar
gemeenten zelf moeten ook echt een groenplan maken. IVN pleit ervoor dat
hierbij de 3-30-300-regel, bedacht door Cecil Konijnendijk van Nature Based
Solutions Institute, steevast in beleid moet worden opgenomen. Natuurlijk zal
dit niet overal realistisch zijn, maar het vormt wel een goede basis voor
beleid.
200 Tiny Forests
Dat meer natuur werkt om hittestress tegen te gaan, bewijzen
de Tiny Forests, waarvan IVN er in heel het land al ruim 200 heeft geplant. In
deze minibossen met inheemse planten en bomen ter grootte van een tennisbaan is
het op hete dagen wel 20 graden koeler dan in de stad, zo blijkt uit onderzoek
van de WUR. Ook zorgen ze voor waterberging en geven ze een boost aan de
biodiversiteit.
"Wonen én groen in de stad kunnen en moeten samen gaan.
Vooral voor de jongeren, die geen betaalbare woning kunnen vinden, moet de
huizenmarkt uit het slob komen. Maar dat moet samen met de natuur, want
iedereen heeft recht op een groene, gezonde toekomst.”