Nieuwe regels Europa voor verhuur accommodaties
De EU introduceert nieuwe regels om meer
duidelijkheid te brengen in de wereld van korte verhuur. Daarmee wil het de
leefbaarheid vergroten in drukke toeristische delen van steden. In januari 2024
wordt gestemd over de regels
De markt voor korte
termijn verhuur heeft de laatste jaren een enorme groei doorgemaakt, vooral
door de opkomst van online platforms. Hoewel de diversiteit aan accommodaties,
zoals privéwoningen die als gastenverblijven worden verhuurd, positief kan bijdragen
aan het toerisme, brengt de snelle groei ervan ook problemen met zich mee. Het
tekort aan beschikbare woningen in populaire toeristische plekken, stijgende
huurprijzen en de algehele impact op de leefbaarheid van sommige gebieden zijn
enkele negatieve gevolgen voor bestemmingen.
In 2022 werden er maar liefst 547 miljoen overnachtingen
geboekt in de EU via vier grote online platforms (Airbnb, Booking,
Expedia Group en Tripadvisor). Dat betekent dat meer dan 1,5 miljoen
gasten per nacht. Parijs spant de kroon met 13,5 miljoen gasten in 2022,
gevolgd door Barcelona en Lissabon, elk met meer dan 8,5 miljoen gasten, en
Rome met meer dan 8 miljoen gasten.
Vanwege het groeiende aantal korte termijn verhuringen hebben diverse steden en
regio's lokale regels ingevoerd om de toegang tot deze diensten te beperken. De
toename van de verhuur van korte termijn accommodaties brengt verschillende
uitdagingen met zich mee voor steden in Europa:
A)
Behoefte
aan meer transparantie: het gebrek aan transparantie in de operaties van
korte termijn verhuur maakt het voor autoriteiten moeilijk om deze diensten
effectief te monitoren en te reguleren.
.
B)
Reguleringsuitdagingen: Overheden
staan voor uitdagingen bij het waarborgen dat korte termijn verhuur voldoet aan
lokale regelgeving, belastingen en veiligheidsnormen vanwege onvoldoende
informatie.
C)
Zorgen
over stedelijke ontwikkeling: Sommige steden vinden het moeilijk om, om te
gaan met de snelle groei van korte termijn verhuur, wat woonwijken kan
transformeren en extra last legt op openbare diensten zoals afvalinzameling.
EU-reactie op
toenemende korte termijn verhuur
In november 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel
ingediend om meer transparantie te bieden op het gebied van korte
termijn verhuur en om openbare autoriteiten te ondersteunen bij het bevorderen
van duurzaam toerisme.
Het Parlement en de Raad hebben in november 2023 een akkoord
bereikt over het voorstel. De maatregelen omvatten:
- Registratie van hosts: Het
akkoord stelt een eenvoudig online registratieproces in voor korte termijn
verhuur in EU-landen waar dit vereist is. Na voltooiing van dit proces
ontvangen hosts een registratienummer waarmee ze hun eigendom kunnen verhuren.
Dit vergemakkelijkt de identificatie van hosts en de verificatie van hun
gegevens door de autoriteiten.
- Meer veiligheid voor
gebruikers: Online platforms worden verplicht om de nauwkeurigheid van de
eigendomsgegevens te verifiëren en worden eveneens verwacht willekeurige
controles uit te voeren. Autoriteiten kunnen registraties stopzetten,
niet-conforme vermeldingen verwijderen of indien nodig boetes opleggen aan
platforms.
- Gegevensuitwisseling: Om gegevens te ontvangen van platforms over de activiteiten van hosts, zullen lidstaten een enkel digitaal toegangspunt opzetten om lokale autoriteiten te helpen bij het begrijpen van verhuuractiviteiten en het verbeteren van het toerisme. Voor micro- en kleine platforms met een gemiddelde van maximaal 4.250 vermeldingen wordt een eenvoudiger systeem voor gegevensuitwisseling ingesteld.
Kim van Sparrentak (Groenen/Vrije Europese Alliantie, NL),
die het wetsvoorstel in het Parlement beheert: "eerder deelden verhuurplatforms
geen gegevens, waardoor het moeilijk was om stadsregels te handhaven. Deze
nieuwe wet verandert dat en geeft steden meer controle.”
De regels gaan nu nog
niet in werking. Voordat het in werking treedt, moet het voorlopige akkoord
worden aangenomen door de Raad en het Parlement, waarna lidstaten 24 maanden
hebben om het te implementeren. De interne marktcommissie van het Parlement zal in januari 2024 stemmen over
het voorlopige akkoord.