Actueel: De vrije tijd en vrijheid van eten
Waar de welvaart groeit, verarmt het eetpatroon, zo stelt Kamsma in het artikel ‘maak eten belangrijk in je leven’ (NRC, 2024). In onze huidige welvarende maatschappij zijn we gejaagd, we zijn veel onderweg naar het werk of naar huis en ook reizen voor vrije tijd moet snel. Alles lijkt snel te moeten, er zitten maar 24 uur in een dag en die willen we allemaal optimaal besteden. Eten kan ook in combinatie met andere activiteiten, vooral samen met een (beeld)scherm; koken is niet altijd en niet voor iedereen een welkome dagelijkse bezigheid, maar een noodzakelijk kwaad dat zo min mogelijk tijd mag vergen. In Nederland lijkt men nog meer dan andere culturen weg te zijn gegaan van het eigenlijke eten, de herkomst ervan en de broodnodige aandacht die het eigenlijk weer zou moeten krijgen voor een goede (toekomstige) gezondheid. Waar komt onze gejaagdheid en haat-liefde met (on)gezond eten vandaan en hoe beschouwen we het dagelijkse kostje tegenwoordig?
Anke Arts, Centre of Expertise Leisure Tourism & Hospitality (CELTH), European Tourism Futures Institute (ETFI), NHL Stenden Hogeschool.
De mens als etend dier
In de prehistorie aten de mensen wat er voorhanden was. De identiteit en de cultuur van de mensen werd bepaald door wat ze konden eten; men at wat er voorhanden was op basis van de aanwezige planten, dieren, de bodem, het water en/of de zee en het klimaat (Siedell & Halberstadt, 2021). De mens ontwikkelde zich echter verder dan de dieren, ontdekte vuur en kon daarmee – met koken – de verteerbaarheid van het voedsel versnellen. De mens had minder tijd nodig om te eten en kon andere dingen gaan doen, de eerste tijdsbesparing was daarmee een feit. De mens ging spelen, verhalen vertellen en ook vechten (Wrangham, 2009 in Korthals, 2018). De menselijke beschaving ontwikkelde zich nog verder met het verbouwen en veredelen van gewassen. Mensen konden het eten bewaren door middel van verschillende methodes, maar er kwam ook handel en uiteindelijk was er de ontwikkeling van de technologie (Siedell & Halberstadt, 2021). De mens ontwikkelde zich (intellectueel) hierdoor nog verder en bespaarde verder op de tijd voor het bereiden en consumeren van eten. De uiteindelijke industriële revolutie zorgde ervoor dat ook de tijd voor landbouw afnam en de vrijetijd voor de mens juist toenam (Korthals, 2018).
‘We moeten eten om te leven en leven om te eten’
(Henri Fielding)
De industriële revolutie op het bord
Tijd werd geld. Wurtgaft & White (2023) stellen dat de huidige moderne consument een direct resultaat is van de Industriële revolutie. Men ging naar de fabriek, weg van ambacht, boerenbedrijf en huisindustrie en daarmee veranderde het begrip van tijd voor de mensen. Een arbeider moest op tijd op het werk komen en op tijd eten – schaften. Vroeg uit bed en dus weinig tijd voor een uitgebreid ontbijt en in de fabriek weer snel terug naar de machine. Het koken van eten en de tijd die werd genomen voor dat eten, veranderde dus mee door de scheiding van de werkplek van het huis. In Nederland betekende dat, dat het maaltijdpatroon ontstond zoals we dat nu nog kennen, met een warme maaltijd per dag, waar andere culturen vaker een tweede warme maaltijd kennen. De tijd die het kostte voor een extra warme maaltijd, werd bij ons liever gebruikt voor het schoonhouden van het huis (Boom-Brinkhorst et al, 1994). In deze periode ontstond dan ook de befaamde keukenklok; men moest ergens op tijd kunnen zijn en de eerste kookboeken kwamen uit, die de tijd aangaven hoe lang eten nodig had om te garen (Meerman, 2015).
De mens is vervreemd van zijn eten
‘Een van de opvallendste kenmerken van de menselijke evolutie is, dat men steeds minder tijd nodig heeft voor de productie en consumptie van levensmiddelen’ (Korthals, 2018 p29). Door alle ontwikkelingen werd het voedsel aanvankelijk diverser, maar op de langere termijn juist eentoniger. Technologie zorgde – zeker na de tweede wereldoorlog – dat goedkope gemaksvoeding ontstond (Siedell & Halberstadt, 2021). Vrouwen gingen meer buitenshuis werken en er was tijdsbesparing nodig om te zorgen dat het huis schoon was en er ook eten op tafel stond. Technologie ontwikkelde zich verder en een deel van het kookproces werd uit handen genomen. Zowel buitenshuis, graan werd tot meel gemaakt en eten kon ook in blik komen, als binnenshuis met de komst van bijvoorbeeld de snelkoker en de magnetron. Nog meer tijdsbesparing (Wurtgaft & White, 2023).
‘Eten is een noodzaak, maar verstandig eten is een kunst’ (Francois de la Rochefoucauld)
Eten en daarmee ook de productie en de bereiding ervan, was eeuwenlang onderdeel van de cultuur en tradities en bepaalde mede de identiteit van de mensen. Deze belangrijke functies van het eten en de mens verdwijnen wanneer men snel en in afzondering een snelle hap wegwerkt (Seidell & Halberstadt, 2021). Mandemakers & Roeters (2015) constateerden op basis van hun onderzoek naar eten tussen 1975 en 2005 dat de tijd die Nederlanders besteden aan het klaarmaken en consumeren van eten minder is geworden in die periode. Zij (2015) geven aan dat de trends die daarbij horen gerelateerd zijn aan de krimp van de omvang van een huishouden, de toename van opleiding en deelname van vrouwen aan buitenshuis arbeid. Daarnaast, volgens verwachting, geven ze ook aan dat in het weekend meer tijd is voor eten dan doordeweeks (ervanuit gaande dat in het weekend meer vrijetijd is). Ook Korthals (2018) stelt dat mensen vervreemd zijn van hun eten, dat er weinig tijd en budget vrijgemaakt wordt voor hun eigen eten, wat een risico is voor de sociale functies, de verbinding met ons eten en daarmee met onze cultuur en identiteit (Seidell & Halberstadt, 2021).
Eten als vrijetijdsbesteding
De Nederlander loopt, fietst, appt, kijkt televisie en zit achter de computer tijdens het eten: de vraag is welke betekenis eten dan (nog) heeft in het (dagelijkse) leven. De Nederlander besteedt er dus steeds minder tijd aan, omdat men denkt dat andere bezigheden wellicht gelukkiger maken (Korthals, 2018). Het Sociaal Cultureel Planbureau, SCP, maakt onderscheid in verplichte tijd, persoonlijke tijd en vrije tijd. Onder verplichte tijd valt werken, school en huishouden (inclusief voor anderen zorgen); persoonlijke tijd is voor wassen, slapen, aankleden en eten en drinken thuis. Vrije tijd is een brede categorie met onder andere sport, uitjes, media, maar ook vrijwilligerswerk. In het meest recente onderzoek van 2016 staat dat de Nederlander van twaalf jaar en ouder per dag zo’n 6,5 uur besteedde aan verplichte tijd, 11 uur aan persoonlijke tijd en 6 uur en een kwartier aan vrije tijd. Over een langere periode terug in de tijd (tot 1975) is de vrije tijd met iets meer dan drie uur afgenomen, waar ongeveer deze tijd is toegenomen bij verplichte tijd. Persoonlijke tijd is gelijk gebleven. In 2016 besteedde men zo’n 1,5 uur per dag aan eten en drinken thuis (SCP, 2016). Zo’n kleine 70% van de tijd hiervan is in gezelschap van gezin of anderen; de overige een derde van de eet-tijd brengt men alleen door.
‘Ik zie eten als kracht met een positieve impact’
(respondent)
De proef op de som
Dit alles overziend rijst dan toch de vraag hoe mensen hun dagelijkse eten beschouwen anno 2024. Het SCP maakt onderscheid in de dagelijkse maaltijd en het eten in de vrije tijd, bijvoorbeeld als onderdeel van een uitje. In onze huidige drukke maatschappij met weinig tijd (en aandacht) voor veel zaken, is het aannemelijk dat eten op vrije dagen een andere plek inneemt dan op dagen met werk, school en andere verplichtingen. Tegelijkertijd is het ironisch om te bedenken dat je minder waarde hecht aan je eten als je druk bent, terwijl rust en goed eten dan juist extra belangrijk is. Daarom de proef op de som.In een eenvoudige, niet representatieve, vragenlijst op LinkedIn is gevraagd naar de vrijetijdsbeleving van het dagelijkse eten, januari 2024. 56 mensen hebben de korte vragenlijst ingevuld; zo’n driekwart heeft aangegeven Nederlands te zijn, de rest beschouwt zich als niet-Nederlander. Er is niet gevraagd waar mensen wonen.
Associatie met eten
De belangrijkste eerste (geholpen) associatie met eten (in het algemeen) is voor een minderheid van de Nederlandse respondenten (49%) plezier, terwijl dat voor de niet-Nederlandse respondenten de grote meerderheid was (77%). Gezondheid, als tweede geholpen associatie, bleek voor slechts één niet-Nederlandse respondent de belangrijkste associatie, bij Nederlanders was dat ruim een derde. Niet geholpen associaties waren daarnaast onder andere werk, noodzakelijkheid, grote passie en footprint.
Eten-eten is vrije tijd..
De associatie met eten kopen, klaarmaken en consumeren is uit elkaar gehaald voor deze test. Het SCP haalt dat overigens ook deels uit elkaar door te stellen dat boodschappen doen bij de verplichte tijd hoort: huishouden en voor anderen zorgen (werk wordt hier buiten beschouwing gelaten). Dat wordt hier bevestigd door 77% van de respondenten; de overige geven aan dat ze het beschouwen als persoonlijke verzorging (14%) en een klein deel ziet het als vrij tijd (9%). Een duidelijk verschil tussen Nederlandse en niet-Nederlandse respondenten is hier niet. Ook bij ‘eten klaarmaken’ is er weinig verschil tussen beide groepen. Wel is hier een duidelijke verschuiving richting vrije tijd te zien voor wat betreft eten klaarmaken; hierbij beschouwt maar liefst 30% dit als vrije tijd en nog maar 54% als verplichte tijd; de overige 16% ziet het als persoonlijke verzorging.
Een opvallend verschil ontstaat bij de associatie met het consumeren van eten. Overall geeft een kleine helft (48%) aan dat dit voor hen vrije tijd is. Nog altijd 11% ziet dit als onderdeel van verplichte tijd, huishouden. Deze 11% zijn enkel Nederlanders; van de niet-Nederlandse respondenten geeft geen enkele aan dat het verplichte tijd is, maar juist weer een groter deel dat het voor hen valt onder persoonlijke verzorging. Het gevoel van vrije tijd voor het (dagelijkse) eten is ongeveer gelijk voor beide groepen.
De respondenten is gevraagd of ze op niet-werkdagen meer genieten van ‘eten’. Overall komt hier op een schaal van 1 (nee totaal niet, ik eet om te overleven) tot 10 (ja, ik besteed veel meer tijd aan eten kopen, koken en eten) gemiddeld een 7,6 uit. Voor de niet-Nederlandse respondenten ligt dat veel hoger met een 8,5 ten opzichte van de Nederlandse respondenten, die uitkomen op een 7,4.
Figuur 1 Associatie bij ‘consumeren van eten naar type tijdbesteding’
Deze kleine test op een platform als LinkedIn met ‘eigen netwerk’ is uiteraard niet de gemiddelde (niet) Nederlander, maar desalniettemin zijn de verschillen opvallend te noemen. Tegelijkertijd niet verrassend èn in lijn met wat er in dit artikel gesteld wordt over de ontwikkeling van de Nederlandse keuken en het belang, aandacht en tijd die besteed wordt aan het eten. De gezamenlijkheid, het sociale aspect is (groten)deels weg aan het vagen, of al weggevaagd en daarmee de nodige rust, ontspanning en het gevoel van vrij-zijn.
‘We brengen ons leven door voor de beeldschermen en koken is het beste tegengif’
(Michael Pollan)
Weten hoe je eet, is weten hoe je leeft
Filosoof Julian Baggini (2017) stelt "tijdens je eten neem je alles mee; je waarden, gevoelens, attitude: als je de juiste houding ontwikkelt ten opzichte van eten, ontwikkel je de juiste houding ten opzichte van leven in het algemeen”. Ook ons voedselsysteem moeten we dus veilig houden (Wurgaft & White, 2023). We hebben, ironisch genoeg, nu meer tijd om bijvoorbeeld weer brood te bakken; het meel is immers al gemalen voor ons. We hoeven niet meer zo veel tijd te besteden aan alle voorbereidingen van ons eten, maar hebben daarmee wel de plicht te zorgen voor onze natuurlijke omgeving, het tegengaan van de monoculturen zoals de landbouw, zorgen voor biodiversiteit en het behoud van de belangrijke soorten dieren en planten. Het is essentieel dat er initiatieven zijn zoals de zadenbank (Wageningen, Spitsbergen), RIVM-stimuleringsbijdrage voor gezonde en duurzame voeding in het onderwijs, het vignet de gezonde school, Dutch Cuisine en de vele kleine(re) initiatieven. Deze projecten, programma’s en bewegingen kunnen positief bijdragen aan het tegengaan van onze fastfood cultuur, doelende op zowel het product als de aandacht en tijd voor dat product.
Referenties
- Bagini, J. (2017). Brainwash talks (Human): wat zegt ons voedsel, onze manier van consumeren over ons? Geraadpleegd 28022024 via Julian Baggini: Waarde van Eten - Brainwash Talks - HUMAN
- Boom-Brinkhorst, E.H. et al (1994). Mens & voeding. Nijgh & Van Ditmar Educatief, Rijswijk.
- Kamsma, M. (2024, 23 december). Maak eten belangrijk in je leven. Geraadpleegd op 27022024 van Maak eten belangrijk in je leven - NRC
- Korthals, M. (2018) Goed eten: filosofie van voeding en landbouw. Uitgeverij Van Tilt.
- Mandemakers, J. Roeters, A. Fast or slow food? Explaining trends in food-related time in the Netherlands, 1975–2005. Acta Sociologica 2015, Vol. 58(2) 121–137.
DOI: 10.1177/0001699314560615 - Meerman, J. (2015). Kleine geschiedenis van de Nederlandse keuken. Ambo/Anthos, Amsterdam.
- Roeters, A., Bucx, F., (2019). Tijdbestedingsonderzoek (TBO): een week in kaart. Geraadpleegd op 27022024 van Een week in kaart | Publicatie | Sociaal en Cultureel Planbureau (scp.nl)
- Roeters, A. et al (2018). Alle ballen in de lucht: Tijdsbesteding in Nederland en de samenhang met kwaliteit van leven. Geraadpleegd 27022024 van Alle+ballen+in+de+lucht.pdf
- Siedell, J., Hlaberstadt, J. (2021) Andere kost: een pleidooi voor een gezonder en duurzamer voedselsysteem. Atlas contact, Amsterdam.
- Wurgaft, B.A., White, M.I. (2023) Ways of eating: exploring food through history and culture. University of California press.