Rechter schorst besluit ACM tegen reisbedrijven
De voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam heeft de lasten onder dwangsom geschorst die de ACM heeft opgelegd aan drie reisaanbieders die tijdens het boekingsproces de prijzen veranderden. Ook mag de ACM de namen van de bedrijven niet publiceren. De ACM zal eerst moeten beslissen op de bezwaren van de pakketreisaanbieders tegen de opgelegde lasten onder dwangsom.
De ACM heeft drie online reisbureaus lasten onder dwangsom opgelegd en heeft besloten die te publiceren. Volgens de ACM maken de reusbureaus zich schuldig aan oneerlijke handlespraktijken door bij pakketreizen op de startprijzen een vanafprijs te vermelden die nog tijdens het boekingsproces opwaarts of neerwaarts kan wijzigen. Volgens de ACM kunnen consumenten door deze prijswijzigingen geen goede vergelijking van reizen en bijbehorende prijzen maken en worden ze op het verkeerde been gezet door een eerste prijsvermelding die niet klopt. Ook zorgt dit voor een oneerlijk speelveld ten opzichte van andere aanbieders die wel in staat zijn om correcte, actuele prijzen, te tonen die in een aantal gevallen hoger lijken dan de prijzen die verzoeksters tonen.
Altijd actuele prijzen tonen niet mogelijk door fluid pricing van toeleveranciers
De voorzieningenrechter gaat er in zijn vonnis vanuit dat dat het verschil tussen de eerst getoonde vanafprijs en de prijs die na de prijscheck wordt getoond, wordt veroorzaakt door wijzigingen in de beschikbaarheid of de prijzen van de reiselementen die door de externe leveranciers wordt aangeboden. De eerst getoonde vanafprijs was op het moment dat de pakketreis op de website werd geplaatst juist en actueel, maar door wijzigingen in beschikbaarheid en door dynamic of fluid pricing is deze prijs achterhaald. Hierbij neemt de voorzieningenrechter ook in aanmerking dat er nog geen rechtspraak van de Unierechter of de bestuursrechter voorhanden is over de situatie dat digitaal geadverteerde vanafprijzen wijzigen door fluid of dynamic pricing. De voorzieningenrechter is het niet eens met het standpunt van de ACM dat op voorhand van reisorganisaties kan worden verlangd dat zij ofwel prijzen internaliseren ofwel vaker hun data actualiseren en daar afspraken over maken met derde partijen.
ACM legt richtlijnen verkeerd uit
Met de drie reisorganisatie is de voorzieningenrechter van oordeel dat de ACM het geciteerde gedeelte van de Richtsnoeren inzake de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken van de Europese Commissie verkeerd uitlegt. Daarin wordt, net als in uitspraken van de Reclame Code Commissie (RCC) en het College van Beroep (CvB), expliciet onderkend dat in de reissector sprake kan zijn van plotselinge prijsveranderingen. Wel dient de reisaanbieder dit voorafgaand duidelijk te maken. Dat doen de drie betreffende reisbedrijven door bij iedere stap in het boekingsproces duidelijk dat getoonde prijzen nog kunnen wijzigen.
De reisbedrijven bieden op hun websites dagelijks verschillende reizen aan op basis van een zoek-, vergelijk- en boeksysteem. De software is binnen het totale aanbod van pakketreizen, vliegtuigstoelen en accommodaties doorlopend op zoek naar de beste combinaties. Op het moment dat een pakketreis op de website wordt geplaatst, is deze ook daadwerkelijk beschikbaar voor de genoemde prijs en daarmee juist en actueel. Verzoeksters updaten de informatie om een aantal uur of dagelijks. De vanaf-prijs die een consument te zien krijgt wanneer hij de website bezoekt en nog geen keuze voor een bepaalde accommodatie en datum heeft gemaakt, is gebaseerd op de laatste versie van die zoekmachine.
Customer yourney van reiziger heel anders dan ACM veronderstelt
De drie reisbedrijven betwisten op basis van eigen empirisch onderzoek dat er sprake is van een oneerlijke handelspraktijk. Ze zien in hun data niet dat consumenten worden misleid. Zo leiden veel prijschecks van consumenten (zij die doorklikken na de eerste prijsaanbieding) heel vaak niet tot een boeking. Bovendien liggen de boekingsgraden bij een opwaartse prijssprong aanzienlijk lager dan bij een gelijkblijvende of zelfde prijs. Tot slot blijkt uit intern verzamelde data dat gebruikers die minstens eenmaal een prijscheck hebben uitgevoerd verschillende accommodatiepagina’s bezoeken en een aantal keer de zoekpagina bekijken. Hieruit volgt volgens de voorzieningenrechter dat de ACM een verkeerd beeld heeft van de ‘customer journey’ van de gemiddelde consument, en als gevolg daarvan ten onrechte concludeert dat consumenten geconfronteerd worden reizen die uiteindelijk duurder zijn.