Overtoerisme, mythe of werkelijkheid?
De kranten en online media stonden deze zomer weer vol met artikelen rond overtoerisme. Een dankbaar onderwerp voor journalisten in een periode met weinig ander nieuws. Helaas was het ene artikel nog ongenuanceerder en alarmerender dan het andere. Hoe moeten we als professionals kijken naar deze berichtgeving? We gooien de spreekwoordelijke knuppel in het hoenderhok en verkennen de stelling of overtoerisme mythe of werkelijkheid is.
Tekst: Thijs Vossen
Om de toon te zetten enkele koppen uit het nieuws:
- ‘Complottheorie over massatoerisme in Groningen’
- ‘Middelburg, druk? Dat is het niet zomaar hè! Het is maar net hoe je het bekijkt’
- ‘Amsterdam treedt op tegen massatoerisme: geen nieuwe hotels meer toegestaan’
- ‘Hoe Giethoorn worstelt met overvolle grachten’
De discussie over dit inmiddels beladen onderwerp massatoerisme of overtoerisme gaan steevast over het verminderen van het aantal toeristen. Voor de populisten onder ons: wilt u meer of minder toeristen? In onze optiek is dat veel te kort door de bocht en wordt het onderwerp te vaak benaderd vanuit een eenzijdige emotionele invalshoek en voorzien van veel blinde vlekken. Is de term overtoerisme niet slechts een simplistische manier om complexe problemen te beschrijven die eigenlijk andere oorzaken hebben en die ook anders opgelost moeten worden?
Een simplistische definitie van overtoerisme
Op de website van Interrail vinden we een dergelijke simplistische definitie: ‘Kort gezegd is overtoerisme het kantelpunt wanneer te veel toeristen een bepaalde bestemming bezoeken ten koste van de lokale bevolking, natuurlijke hulpbronnen, historische bezienswaardigheden en dieren in het wild.’ Niks ten nadele van deze organisatie. Ten eerste is de trein zo gek nog niet en ten tweede doet men prima voorstellen om via Interrail daarom naar andere bestemmingen te gaan. Spreiding van te veel toeristen lijkt voor de hand te liggen om dit probleem op te lossen, maar als andere plekken vervolgens onder de voet worden gelopen, creëert men slechts een waterbedeffect toch?
Het is dan ook slechts één van de mogelijke oplossingen om drukte tegen te gaan. Overtoerisme bezien vanuit te veel toeristen is volgens ons een logische afgeleide van overbevolking. Er zijn immers steeds meer mensen en dus steeds meer toeristen die allemaal op zoek zijn naar unieke bestemmingen. Bovendien ontstaat er in veel landen een grote middenklasse die ook in staat is en wil gaan reizen. Europa staat daar veelal op een reisbucketlist. Wie zijn wij als westerling om hen, nadat we eerst zelf de wereld de klimaatcrisis in hebben gevlogen, te beperken in het ontdekken van de wereld.
De emotionele lading rondom de term is waarschijnlijk versterkt door de Covid-19 pandemie toen we allemaal tijdelijk gewend raakten aan een rustige omgeving om en nabij het eigen huis. Zeker voor inwoners van bestemmingen die als toeristische trekker bekend staan was dat een heel aparte ervaring. Inmiddels worden weer de beelden van overvolle straten in Venetië, een overlopen Mount Everest, lange wachtrijen bij de Eiffeltoren en stranden vol met toeristen getoond om te illustreren hoe het "uit de hand” is gelopen. In eigen land gaat het bijvoorbeeld over Amsterdam en Zuid-Limburg, terwijl de drukte in Nederland hyperlokaal is.
De meeste definities van overtoerisme zijn dus te simpel volgens ons en suggereren op de een of andere manier dat er een grens is aan het aantal toeristen dat een bestemming kan verdragen zonder dat er schade ontstaat. Maar deze grens is subjectief en wordt beïnvloed door verschillende factoren.
Een doordachte definitie van overtoerisme
In een advies uit 2019 constateert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) al dat een perspectiefwisseling nodig is in het toerismebeleid. Met ons concludeert men: ‘Wanneer de toeristische druk op een bestemming hoog is, betekent dit echter niet automatisch dat er ter plaatse sprake is van overlast of schade. Dit hangt af van de draagkracht van de leefomgeving van een bestemming. De draagkracht van de leefomgeving duidt op het vermogen van de leefomgeving van een bepaalde bestemming om bezoekers te ontvangen, zonder dat negatieve gevolgen optreden.’
De definitie van over-toerisme wordt volgens ons goed beschreven door professor Peeters van Breda University of Applied Sciences: ‘Een situatie waar effecten op bepaalde momenten en plaatsen de fysieke, ecologische, economische, psychologische, sociale en politieke draagkracht overschrijdt’. Die definitie geeft meer houvast en focust niet per definitie op een teveel aan toeristen. Het is dus een kwestie vanuit welk perspectief je naar de situatie kijkt.
Toerisme is en blijft een belangrijke bron van inkomsten voor veel bestemmingen wereldwijd. Het biedt werkgelegenheid, ondersteunt lokale bedrijven, en kan leiden tot infrastructuurverbeteringen die ook de lokale bevolking ten goede komen. Het probleem is naar onze mening dan ook niet het aantal toeristen, maar de manier waarop de voordelen van toerisme worden beheerd en verdeeld. Als toerisme goed wordt georganiseerd, waarbij niet alleen gewin voor een enkele bestemming op de korte termijn centraal staat, kan het een duurzame motor voor economische groei zijn zonder al te veel onomkeerbare gevolgen.
Het Nieuw-Zeelandse model
Waarom moeten er in Amsterdam drie musea van wereldklasse op steenworpafstand liggen van elkaar? Vincent van Gogh had zijn mooiste werk ook best graag in Brabant of Drenthe zien hangen. Laat de toerist gewoon meebetalen aan het verplaatsen van het museum. We zijn dan ook wel gecharmeerd van het Nieuw-Zeelandse model waarbij elke bezoeker een extra bedrag betaalt om de negatieve gevolgen van toerisme om te buigen naar nieuwe kansen. Daar wordt nog dit jaar de heffing per toerist verhoogd van 20 euro naar 56 euro. De vergoeding wordt gebruikt voor extra natuurbehoud, nodig vanwege de impact van alle bezoekers. Dit jaar is ook de proef gestart om bezoekers van Venetië te laten betalen aan extra onderhoud aan de stad. Het geld zal worden gebruikt om de oude stad te onderhouden. We verwachten dat dit straks eerder schering dan inslag wordt. En nogmaals, volgens ons terecht als dat bijdraagt aan een oplossing. Misschien is er dan wel op veel plekken juist ruimte voor nog meer toeristen. In Nederland kennen we in dat kader al de toeristenbelasting. Maar zoals we allemaal weten verdwijnt dat bedrag bijna altijd in de post algemene middelen in plaats van het gericht in te zetten voor het aanpakken van excessen.
In plaats van te spreken van overtoerisme, zou het dan ook beter zijn om te kijken naar tekortkomingen in infrastructuur en planning. Als een bestemming niet is voorbereid op het aantal bezoekers dat het ontvangt, kan dit leiden tot drukte, vervuiling en ontevredenheid. Maar is dat niet het gevolg van het aantal toeristen, maar het gebrek aan goede infrastructuur en planning. Met de juiste maatregelen kunnen zelfs de drukste bestemmingen hun bezoekers op een verantwoorde manier beheren. De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur stelt hierover: ‘We bevelen gemeenten en provincies aan er zorg voor te dragen dat er voor elke regio een toeristische ontwikkelstrategie gereed is, waarin de route naar die balans wordt uitgestippeld. De strategie bevat keuzes over de gewenste ontwikkeling van toerisme, en een bijbehorend pakket van beleidsmaatregelen dat aansluit bij de regionale opgaven en behoeften.’
Van kwantiteit naar kwaliteit
Zoals we al eerder aangaven kunnen zeker een deel van de problemen die met "overtoerisme” worden geassocieerd, worden opgelost door toeristen te stimuleren om buiten het hoogseizoen te reizen of minder bekende bestemmingen te bezoeken zoals Interrail ook voorstelt. Door toerisme beter te spreiden, kunnen we de druk op populaire locaties verminderen zonder het aantal toeristen te verminderen. Dit vereist echter bewuste inspanningen van zowel overheden als de toerismesector om deze verschuiving te faciliteren.
Een ander aspect dat vaak in verband wordt gebracht met overtoerisme is de impact op de lokale cultuur en het milieu. Maar ook dit is niet alleen een gevolg van het aantal toeristen, maar eerder van het gedrag van een deel van de toeristen. Zou je met de juiste regels en bewustwordingscampagnes toeristen kunnen aanmoedigen om op een respectvolle en duurzame manier te reizen, waardoor de negatieve impact wordt geminimaliseerd? Denk aan de oude spreuk van de ANWB: ‘Laat niet als dank voor het aangenaam verpozen, de eigenaar van het bos de schillen en de dozen.’ Is er anno 2024 weer eens een pakkende spreuk te bedenken die echt binnenkomt? Een eerste poging: "Betreed Nederland met respect en rust, of keer terug in de haast waarmee je kwam.”
Laten we helder zijn. We willen de uitdaging die gepaard gaat met massatoerisme niet ontkennen of bagatelliseren, maar de term overtoerisme kan ook te eenvoudig zijn om de complexiteit van de situatie weer te geven. In plaats van te focussen op de kwantiteit van toeristen, zouden we ons moeten richten op kwaliteit: hoe kunnen we toerisme op zo’n manier beheren dat het zowel de bestemmingen als de toeristen ten goede komt? Als we deze vraag kunnen beantwoorden, zal "overtoerisme” snel worden gezien voor wat het werkelijk is: een mythe.
Kortom: In plaats van overtoerisme te zien als een probleem dat moet worden bestreden door de poorten van de stad te sluiten, moeten we het mogelijk beschouwen als slechts een uitdaging die vraagt om betere planning, infrastructuur, en beheer.
Het aantal toeristen is niet het probleem; het is hoe we ermee omgaan dat het verschil maakt.