Geplaatst op: 21-11-2024
Auteur: Marc Gerlings

Praktijk: bedrijven leveren essentiële bijdrage in opleidingen

Praktijk: bedrijven leveren essentiële bijdrage in opleidingen
Individuele bedrijven leveren in Nederland een essentiële bijdrage aan het opleiden van jonge mensen in de beroepspraktijk en investeren daar fors in. Dit blijkt uit onderzoek van ResearchNed. Het onderzoek leidt tot veranderende inzichten bij VNO-NCW en MKB-Nederland over stages, vergoeding en subsidie voor leerwerkplekken.

De kosten die de bedrijven maken voor het aanbieden van stage- en leerwerkplaatsen variëren enorm, afhankelijk van onder andere de student, het type bedrijf en stage, en de benodigde begeleiding. Dat blijkt uit onderzoek van ResearchNed in opdracht van VNO-NCW en MKB-Nederland. Je kunt het rapport van ResearchNed hier downloaden. Gemiddeld genomen dalen de netto kosten van stages naarmate studenten meer ervaren zijn en dus meer bijdragen aan het bedrijf. 

‘Wij zijn daarom voor een stagevergoeding die past bij de bijdrage die stagiairs leveren. Dat is geen one size fits all’, zegt voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland, die het rapport mede namens VNO-NCW en betrokken branches overhandigde aan de vaste Kamercommissie voor onderwijs.

Kosten verschillen

Het onderzoek van ResearchNed laat zien hoe de kosten die werkgevers maken voor een stageplaats kunnen verschillen. Zo investeren werkgevers gemiddeld netto 4.750 euro in een meewerkstage van een mbo-student, maar kunnen deze kosten in afzonderlijke situaties variëren van een opbrengst van 1.000 euro tot een kostenpost van 10.000 euro. Meewerkstages van vmbo-leerlingen bijvoorbeeld vergen gemiddeld een netto investering van 5.500 euro. Verder blijkt dat de netto kosten van stages dalen naarmate de student verder gevorderd is en dus een grotere bijdrage levert.

Behoud stageplaatsen

‘In die gevallen is het logisch dat een stagiair een hogere stagevergoeding krijgt dan een collega-stagiair die nog in het eerste jaar zit’, zegt Vonhof. De ondernemersorganisaties zijn daarom niet voor een verplichte vaste stagevergoeding, maar – zoals in het Stagepact ook is afgesproken – voor een passende vergoeding die aansluit bij de specifieke situatie en de bijdrage die studenten leveren. Daarover worden steeds meer afspraken gemaakt aan de cao-tafels.

Schoenmaker op de hoek

‘Het is ook echt iets anders of je stage loopt bij een grote onderneming of de schoenmaker op de hoek waar de ondernemer zelf ook de praktijkbegeleider is. Bij de schoenmaker daalt de productiviteit direct als gevolg van die begeleiding, maar krijgt de student feitelijk een één-op-éen-begeleiding en leert die het vak als de beste. Het zou niet passen om zo’n klein bedrijf dan te verplichten om een vaste stagevergoeding te betalen. Daarmee loop je bovendien het risico dat dit soort bedrijven afhaakt omdat het gewoonweg niet uit kan. Met het oog op het behoud van voldoende en kwalitatief goede stageplaatsen is dat een risico dat je niet moet willen nemen.’

Belang bij opleiden vakmensen

Bedrijven leveren een onmisbare bijdrage aan het onderwijs in Nederland: aan de beroepsopleiding (vmbo, mbo en hbo) van jonge mensen in de praktijk, aan het (verder) opleiden van hun eigen medewerkers, en ook door het verzorgen van allerlei bijdragen zoals gastlessen op scholen. Uiteraard hebben ze zelf ook belang bij goed opgeleide vakmensen. Het bieden van stages of leerwerkplaatsen geeft hen bovendien de kans om jonge mensen vroegtijdig aan zich te binden. Maar evengoed is hun bijdrage van essentieel belang voor de opleiding van de (toekomstige) Nederlandse beroepsbevolking in algemene zin, aldus VNO-NCW en MKB-Nederland.

Bijdrage niet vanzelfsprekend

De ondernemersorganisaties constateren dat die bijdrage nogal eens wordt onderschat en als iets vanzelfsprekends wordt beschouwd. ‘Dat was een belangrijke reden om die kosten eens in beeld te laten brengen’, aldus Vonhof. ‘Zoals we het in Nederland hebben geregeld, dat bedrijven en het beroepsonderwijs sámen de beroepsopleiding van jonge mensen verzorgen, is uniek. Nederland is daarmee een voorbeeld voor veel andere landen waar dat niet gebeurt.’

Subsidieregeling BBL laten meebewegen

De tendens in het onderwijs is dat er steeds meer wordt opgeleid op de werkplek. Bedrijven dragen daar graag aan bij, maar hebben daarvoor ook  ondersteuning nodig, meent de brancheorganisatie. Zo is de Subsidieregeling Praktijkleren een belangrijke bijdrage in de kosten voor bedrijven en organisaties om voldoende en goede opleidingsplaatsen in de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo (BBL: vier dagen praktijk, één dag school) te kunnen bieden. De regeling hangt echter regelmatig aan een zijden draadje. En hoe meer leerwerkplekken, des te lager de vergoeding. De ondernemersorganisaties willen dat de regeling langjarig behouden blijft en het budget mee-ademt met het aantal BBL-plekken, zodat werkgevers kunnen rekenen op een vast bedrag per werknemer-student gedurende de gehele opleiding. Een compleet BBL-traject kost een bedrijf gemiddeld 26.000 euro. De subsidie die werkgevers krijgen bedraagt nu circa 2.400 euro per jaar.

Derde leerweg

VNO-NCW en MKB-Nederland doen verder onder meer de aanbeveling dat de overheid de zogenoemde derde leerweg (maatwerk leerweg voor het opleiden van medewerkers tot een erkend mbo- of hbo-diploma) voortaan bekostigt, bij voorkeur via de student zelf. Uit het onderzoek blijkt dat met name de kosten voor het opleiden van eigen personeel via bijvoorbeeld een mbo-BBL traject hoog en uiteenlopend zijn, variërend van enkele duizenden tot wel meer dan 100.000 euro per opleiding. Het niet bekostigen van mbo-opleidingen in de derde leerweg werpt een drempel op voor een leven lang ontwikkelen, aldus de ondernemersorganisaties.
Trefwoorden: opleiding, onderwijs, stage, subsidie, beleid

CELTH
 





   

   

   
   
   

   

||| Nieuws |||

25/12/24
Op weg naar 2025
Het jaar 2024 loopt ten einde en we kijken vol verwachting uit naar een prachtig 2025. We willen jullie hartelijk bedanken voor de fijne samenwerking en het vertrouwen in ons.
23/12/24
Hoe kom je aan het geld om te investeren in je bedrijf
Ondernemen doe je om geld te verdienen, maar om goed te kunnen ondernemen, heb je ook geld nodig. De...
23/12/24
Terugblik op de grootste editie van Recreatie Vakbeurs 2024
De afgelopen editie van Recreatie Vakbeurs was onvergetelijk: meer dan 8.000 bezoekers, ruim 340 exposanten en een overvloed aan inspiratie, innovaties en waardevolle ontmoetingen. Een maand later blikken we terug op wat deze editie zo bijzonder maakte.
20/12/24
Zeeuwse vrijetijdseconomie goed voor 3,4 miljard euro
Het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme heeft de totale economische waarde van de vrijetijdseconomie in Zeeland in kaart gebracht. In 2023 genereerde deze sector een omzet van maar liefst €3,4 miljard euro.
18/12/24
Laag vpb-tarief niet effectief voor mkb-bedrijven
Het lage tarief in de vennootschapsbelasting (vpb) is niet geschikt om het midden- en kleinbedrijf (mkb) te ondersteunen. De voordelen komen bij niet-mkb bedrijven terecht, meldt CPB. Het grootste deel van de bedrijven in toerisme en recreatie zijn mkb-bedrijven.
11/12/24
Exclusief voor leden
RMO vaste zaal Oude Midden-Oosten vernieuwd
De permanente tentoonstelling ‘Het oude Midden-Oosten’ in het Rijksmuseum van Oudheden (Leiden) is vernieuwd en opent op 20 december de deuren voor publiek.
11/12/24
Meer dag- en verblijfsbezoek voor Gelderland
Gelderland blijft een populaire vakantiebestemming. Het afgelopen derde kwartaal, met daarin de zomervakantie, trok de provincie ruim 1,6 miljoen overnachtende gasten. Dat is een stijging van 5,5% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
10/12/24
Trendpublicatie 2025: Een blik op de toekomst van reizen
NBTC heeft de Trendpublicatie 2025 uitgebracht. Daarin 12 trends waarop toeristisch Nederland kan inspelen.