Gaan we op weg naar een rechtvaardig toeristisch mobiliteitssysteem?
Toeristische wetenschappers pleiten voor een andere aanpak
Paul Peeters heeft na 22 jaar onafgebroken sustainable tourism & transport research het stokje overgegeven aan Nina Nesterova, de nieuwe lector Sustainable Development of Tourism and Transport aan de Breda University of Applied Sciences. Wat voor een wereld geeft Paul aan zijn opvolgster mee? We gingen eens luisteren op een drukbezocht farewell Paul and hello Nina in Breda.
Paul Peeters staat bekend om zijn gefundeerde en heldere boodschap over klimaatverandering en toerisme. Die lijn zette hij onvermoeibaar door in zijn afscheidsspeech. Volgens Peeters zijn arrogantie en hebzucht de belangrijkste redenen voor de niet duurzame ontwikkeling van onze economie. Dat bedrijven uit zichzelf de verandering inzetten, gelooft hij niet: "We hebben regeringen nodig die duidelijke doelen en limieten stellen met een nederige, empathische en begripvolle sector die aan de slag gaat met duurzaamheid.”
Veel tijd verloren
Volgens Peeters hebben we als wereld veel tijd verloren: "Mijn eerste studie in 2003 maakte al duidelijk dat vliegen grote schade aan het klimaat toebrengt. Ook toen gold de 80/20 regel al: 80% van de problemen werd veroorzaakt door 20% van reizen.” Indertijd was Peeters een van de vijf wetenschappers ter wereld die zich bezighielden met het effect van toerisme op klimaatverandering. Inmiddels zijn dat er tientallen. Ondanks alle goede bedoelingen en studies zijn we nog niet veel opgeschoten: "Tussen 1995 en 2019 zijn de emissies als gevolg van toerismetransport met 65% gestegen. Waar rail en wegverkeer hard op weg zijn met het reduceren van de uitstoot faalt de luchtvaart. Nog schrijnender is het feit dat geen enkel land ter wereld er tot nu toe in geslaagd is de toeristische emissies te verlagen.” Cynisch is wel dat toerisme klimaatverandering veroorzaakt en er tegelijkertijd ook veel last van heeft doordat bestemmingen minder aantrekkelijk worden of zelfs ontoegankelijk. Onze inertie heeft tot gevolg dat we volgens veel wetenschappers op een kantelpunt zitten naar een onbeheersbare klimaatcrisis. Voor Peeters is de oplossing heel eenvoudig: "De groei moet weg van uit de luchtvaart en de verre reizen.” Wat overigens niet betekent dat we niet meer op vakantie kunnen. Toerisme kan zelfs groeien. Maar daarover later meer.
Groei van de luchtvaart stoppen
Na 123 verschillende studies, 497 artikelen, 210 presentaties en 273 media-optredens met zijn team heeft Peeters wel enigszins de vinger achter het achterliggende mechanisme gekregen. Positief is de boodschap dat we nog steeds op vliegvakantie kunnen en toerisme als geheel nog groeimogelijkheden heeft. "De meeste emissies worden veroorzaakt door verre reizen die we met z’n allen maken. Deze zogenaamde long-haul markt maakt maar 15% van de trips uit maar zorgt voor het overgrote deel van de uitstoot. Peeters is duidelijk maar biedt ook perspectief voor een groot deel van toerisme: "We moeten tijdelijk de groei van de luchtvaart stoppen. Het aantal reizen kan blijven groeien net als het aantal vakantiedagen.”
Dat vliegen zo populair is geworden is volgens Peeters eenvoudig. "Mensen denken bij reizen in uren en niet in kilometers. Ze willen naar een vakantiebestemming maximaal één dag reizen. Met hogere snelheden kunnen mensen verder reizen. Als je meer verdient, dan ga je verder reizen. Afstand heeft waarde voor mensen. Langere reizen worden als waardevoller gezien.”
In techniek zit niet de oplossing
Voor wie zijn hoop heeft gericht op biobrandstof, batterijen of brandstofcellen heeft Peeters een slechte boodschap. "Biofuels zijn in de productie heel inefficiënt en concurreren met voedselproductie omdat ze heel veel grond nodig hebben. Ook batterijen bieden geen soelaas want ze zijn veel te zwaar.” Een vliegtuig met enige omvang komt met passagiers eenvoudig niet van de grond. Peeters ziet op termijn twee alternatieven: "Waterstof in combinatie met brandstofcellen en elektromotoren kan redelijke reistijdprestaties leveren zonder CO2-uitstoot. Ook CO2 direct omzetten naar kerosine kan een toekomstig pad zijn. Tot slot prikte Peeters nog maar even wat mythes door (zie kader).
Overheden aan zet
Voor Peeters is het duidelijk dat als je luchthavens zaait je airmiles en veel CO2-uitstoot zult oogsten: "De industrie is niet in staat om van binnenuit te veranderen door verkeerde prikkels vanuit het ‘systeem’. Overheden zijn de enigen die de voorwaarden kunnen veranderen om de industrie te laten veranderen; het gedrag van toeristen zal volgen.” Onderzoekers in duurzaam toerisme moeten ook hun focus verschuiven: "Van onderzoek naar ‘zacht’ beleid dat gedrag in het huidige systeem verandert naar onderzoek naar de gevolgen voor gedrag van systeemverandering.” Een eerste stap is met onderzoek duidelijk maken aan politici wat de gedragsconsequenties zijn van duurzaam beleid.
Reizen was helemaal niet vanzelfsprekend
En toen was het tijd voor de inaugurele speech van de nieuwe lector Sustainable Tourism and Transport, Nina Nesterova. Als kind woonde Nina Nesterova in Rusland dat onderdeel was van de Sovjet-Unie en daar was reizen zeker niet eenvoudig: "Reizen was voor ons iets bijzonders en we reisden vooral in onze verbeelding.” Nu is reizen voor Europeanen heel normaal en kun je ‘all over the world’ reizen.
Groei van toerisme groot probleem
Wat onderzoek de laatste jaren keihard heeft aangetoond is dat reizen niet het probleem is maar wel de groei daarvan. We zien al jaren dat de uitstoot door toerisme maar door blijft stijgen terwijl andere economische sectoren hun uitstoot flink verlagen. In 2019 was toerisme verantwoordelijk voor 8% van alle schadelijke emissies wereldwijd. Daarvan neemt de luchtvaart 74% voor haar rekening. Nog een akelig cijfer:1% van de wereldbevolking genereert 50% van luchtvaartemissies ten gevolge van passagiersvervoer.
Wijzen naar anderen heeft volgens Nina weinig zin: "De vraag naar luchtvaart in reizen en toerisme wordt voornamelijk gedreven door rijkere landen in het Noorden en door enkele snelgroeiende economieën, zoals China. In 2019 waren landen met een hoog inkomen goed voor bijna de helft (46%) van alle wereldwijde reisemissies en twee derde (67%) van de emissies van internationale vluchten en cruises. Ter vergelijking: landen met een laag inkomen waren goed voor ongeveer 1% van de wereldwijde emissies van reizen en toerisme en 0,7% van de emissies van internationaal vervoer.” Het narratief dat vaak door de branche wordt uitgesproken dat we de gewone mensen hun vakantie willen ontzeggen wordt door de feiten niet ondersteund. "Het probleem zit met name in de combinatie van de hierboven beschreven regionale ongelijkheid en het feit dat een kleine groep heel veel reist. "Slechts 1% van de wereldbevolking is verantwoordelijk voor een groot deel van de uitstoot ten gevolge van reizen.” Ook in Nederland zien we een dergelijk patroon: "17% van de Nederlandse reizigers in 2022 heeft 50% van alle vliegreizen gemaakt.” Wat nog eens extra cynisch is, is het feit dan de hoge-inkomenslanden in het Noorden mede door hun reisgedrag het meeste bijdragen aan klimaatuitdaging terwijl de lage-inkomenslanden in het Zuiden daarvan de ernstigste gevolgen ondervinden.
Worden we wel gelukkig van al dat gereis?
Nina legde de vinger nog maar eens op een andere gevoelige plek die door toerismewetenschappers nog niet vaak is beroerd: "Geeft reizen ons de rust die we zoeken? Zijn we niet in een systeem gedreven met sociale druk waar we het gevoel hebben dat we om mee te doen moeten reizen? En reizen we omdat we het gewoon kunnen?” Ze vraagt zich af of frequent reizen ons echt de beloofde voordelen van persoonlijke groei, creativiteit, geluk, cultureel bewustzijn en educatie brengt. "Biedt reizen nog steeds de rust en verjonging die we zoeken?” Ze ziet dat we leven in een maatschappij waarin de moderne reisindustrie munt slaat uit ons verlangen naar nieuwigheid, avontuur en status, en ons dwingt om vaker te reizen, vaak ten koste van diepere, meer reflectieve ervaringen. "Zijn we niet meegezogen in een systeem waarin sociale druk en de beschikbaarheid van reizen ons het gevoel geven dat we moeten gaan, zelfs als we er niet echt naar verlangen?” De focus op snelheid, frequentie en volume heeft in de optiek van Nina geleid tot een paradox waarbij we meer reizen maar minder uit elke ervaring halen.
Nina ziet het als haar opdracht het toeristische systeem zelf te heroverwegen waarbij individueel en planetair welzijn centraal staan: "Een systeem waarin vakantie en vrije tijd niet langer worden geassocieerd met verder reizen, maar met duurzamer reizen, ook vanuit het oogpunt van individueel welzijn. De vraag is hoe we een duurzamere relatie met reizen kunnen cultiveren - een relatie die individueel welzijn centraal stelt, prioriteit geeft aan milieu- en maatschappelijke waarden en de economische groei van toerisme, luchtvaart, auto-industrie of andere sectoren beschouwt als een gevolg in plaats van de drijvende kracht.
Op weg naar een rechtvaardig toeristisch mobiliteitssysteem
Voor het Center for Sustainability Tourism and Transport (CSTT) wil ze de komende jaren werken aan een rechtvaardig toeristisch mobiliteitssysteem binnen planetaire en maatschappelijke grenzen. "We streven naar een toekomst waarin toerisme levens verrijkt en tegelijkertijd de impact op het klimaat minimaliseert door wijdverspreid gebruik van duurzaam vervoer en kortere reisafstanden. Om de daad bij het woord te voegen, hebben we een onderzoeksprogramma opgezet rond drie onderzoekslijnen.”
De eerste prioriteit van het CSTT is het verkennen van alternatieve toeristische mobiliteitssituaties. "We willen de waarde van afstand in toeristische reizen onderzoeken, waarbij we ons afvragen of verder reizen echt waarde toevoegt aan de toeristische ervaring of dat lokaal reizen aan vergelijkbare behoeften kan voldoen terwijl de uitstoot drastisch wordt verminderd.”
Zes mythes doorgeprikt
- Lange vluchten zijn duurzamer want per passagier per kilometer wordt minder uitgestoten: Dat ‘duurzamer’ is niet juist want door de grote afstand waarover wordt gevlogen is de totale uitstoot per passagier heel hoog. Elke extra kilometer telt!
- De meest duurzame reis is thuisblijven: Ook maar gedeeltelijk waar want een kwart van de Nederlandse vakanties heeft een lagere uitstoot dan wanneer diezelfde mensen thuis waren gebleven.
- Trein is te duur en te langzaam om te concurreren met het vliegtuig: Niet waar want intercontinentale vliegtickets zijn altijd duurder dan een Europees treinticket. Bovendien biedt de trein veel meer bestemmingen dan het vliegtuig. Reizigers meten tot slot reistijd in dagen en niet in uren. Alle bestemmingen die per trein in een dag kunnen worden bereikt, zijn in de belevingswereld van de consument een mogelijkheid.
- Technologie zal het probleem oplossen: Niet waar want we zitten aan het eind van de efficiëntie van vliegtuigen en de groei van de luchtvaart doet alle verbeteringen weer teniet. Bovendien gaan vliegtuigen 30 jaar mee. De vliegtuigen die nu in bedrijf worden genomen stoten nog 30 jaar CO2 uit.
- We kunnen ons uit de klimaatcrisis compenseren: Niet waar want 80% van de programma’s werken niet. Het was een groot excuus om niks te doen maar we kunnen ons niet uit de klimaatcrisis planten. Jammer van alle compensatieprogramma’s is dat bomen niet met de klimaatverandering overweg kunnen en er elk jaar meer verbranden met juist grote emissies als gevolg.
- Ecolabels zullen het gedrag van consumenten fundamenteel veranderen: Niet waar. Een ecolabel werkt prima bij het kopen van een ijskast maar het werkt niet in een samengesteld product dat toerisme is. Om nog maar niet te spreken van het feit dat er honderden verschillende labels zijn en veel bedrijven groen als onderscheidend label gebruiken waardoor het nooit mainstream zal worden.
Ten tweede wil het CSTT een bijdrage leveren aan politieke en maatschappelijke obstakels die een meer duurzaam toerisme in de weg zitten. "We willen een diagnose stellen van de huidige situatie door deze paradoxen en conflicten te identificeren die de toeristische mobiliteitstransitie vertragen. Denk bijvoorbeeld aan een beleidsparadox in de contrasterende benaderingen van auto- en vliegreizen binnen de mobiliteitstransitie.” Door deze tegenstrijdigheden te onderzoeken, probeert CSTT de achterliggende krachten te ontrafelen en instrumenten voor te stellen om belanghebbenden te helpen hun uitdagingen op weg naar duurzaamheid beter te begrijpen en aan te pakken en hen te begeleiden in het transitieproces.”
Tot slot wil Nina met haar lectoraat ook aan de slag met concrete acties en interventies: "Contextgevoelige interventies, waarbij we samen met belanghebbenden werken aan op maat gemaakte oplossingen die praktisch, schaalbaar en uitvoerbaar zijn. Interventies die ervoor zorgen dat alle vervoerswijzen - zowel binnen als tussen bestemmingen, in stedelijke gebieden en op afgelegen toeristische bestemmingen - op holistische wijze worden bekeken.” Als onderzoeksgroep willen ze werken aan het identificeren van best practices, leren van de early adopters en deelnemen aan proefprojecten, waarbij we werken aan het opschalen van de duurzame oplossingen.” &