Recreatiebedrijven moeten van elke verdiende euro 38 cent afdragen
Dat van elke euro die consumenten besteden op recreatiebedrijven 38% naar belastingen gaat, is geen verrassing. Wel vervelend is het feit dat sinds 2018 deze lasten met maar liefst 40% zijn gestegen bij een inflatie van 12%. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau Ginder waar HISWA-RECRON over publiceert.
In 2018 moesten recreatiebedrijven van elke verdiende euro 27 cent afdragen aan belastingen. Dat is inmiddels opgelopen naar 38 cent. Het betreft hier om lasten opgelegd door diverse overheidslagen zoals de btw, vennootschapsbelasting, energiebelasting, toeristenbelasting en ozb. Tussen 2018 en 2024 stegen vooral de belastingen op aardgas (+197%), energiebelasting (109%), en btw (+50%). De toeristenbelasting steeg gemiddeld over Nederland met een kwart. Belastingen op lonen vallen buiten de scope van het onderzoek maar zijn de afgelopen jaren ook fors gestegen. Om de almaar stijgende kosten en belastingen te kunnen betalen, hebben verblijfsrecreatieve bedrijven tussen 2018 en 2024 de prijzen met 27% moeten verhogen.
Jeffrey Belt, adjunct-directeur van HISWA-RECRON ziet in de branche fors afgenomen marges door de enorme kostenstijgingen: "Door de sterk stijgende belastingen wordt de sector uitgehold.” Dat is volgens Belt niet goed voor de toekomst van de sector omdat "investeringen broodnodig zijn om de kwaliteit van diensten en producten te blijven waarborgen.” Met een forse btw-verhoging in het vooruitzicht (van 9% naar 21% in 2026) wordt de concurrentiepositie van de Nederlandse bedrijven nog verder uitgehold. Zeker omdat in de buurlanden de btw op logies veel lager is. Heel klein lichtpuntje is dat er eindelijk een impactonderzoek komt naar de btw-verhoging op logies.