De participatiewet en het in 2016 door Nederland geratificeerde VN-verdrag voor mensen met een handicap brengen de rechten van mensen met een beperking en de maatschappelijke ambitie om deze rechten te vrijwaren voor het voetlicht. Hierbij hoort ook het afdwingbare recht op (ruimte voor) ‘recreëren voor iedereen’. Ten opzichte van de primaire levensdomeinen werk, inkomen, zorg en onderwijs krijgt de recreatiesector nog weinig aandacht. Het recht op ontmoeting, ontdekking, ontplooiing en ontspanning via recreatie en vrijetijdsbeleving wordt voor veel mensen met een beperking bemoeilijkt door gebrek aan kennis, door ontoegankelijkheid (fysiek, digitaal, op sociaal en communicatief vlak en financieel) en door discriminatie in onze samenleving. Dat is niet alleen een gemiste kans op ontmoeting voor mensen met een beperking, hun families en vrienden, maar ook voor de samenleving als geheel. Ook recreatieondernemers hebben nog steeds een grote afstand tot de potentiële markt van gasten met een beperking en hun netwerk. Hier liggen nog veel leer-, ontwikkel- en groeikansen. (Stiksma & Sergeant, 2020)