Hoeveelheid vrije tijd voor Nederlanders blijft gelijk
Nederlanders vanaf 12 jaar besteden in 2011 gemiddeld 41,2 uur per week aan (de optelsom van) betaald werk, onderwijs, huishouden en zorgtaken, samen verplichtingen genoemd. In 2006 was dat nog ruim anderhalf uur meer per week. Wel blijkt dat Nederlanders in 2011 gemiddeld wat langer slapen dan
enkele jaren geleden. De beschikbare tijd voor recreatie en maatschappelijk participatie (zoals vrijwilligerswerk) is vrijwel gelijk gebleven.
Minder tijd voor verplichte taken
Dit zijn enkele bevindingen uit het rapport ‘Met het oog op de tijd, Een blik op de tijdsbesteding van Nederlanders’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat op 26 november 2013 is verschenen. Dat Nederlanders in het totaal minder tijd kwijt zijn aan verplichte taken als betaald werk en het huishouden kwam in de lange reeks van tijdsbestedingsonderzoeken (vanaf 1975) niet eerder voor. De terugloop komt doordat mensen minder tijd aan huishoudelijke taken besteden. Men bezuinigt vooral op routineuze taken als koken, schoonmaken en de was doen. De tijd voor bijvoorbeeld boodschappen doen neemt niet af. De tijd besteed aan betaald werk blijft in dezelfde periode gelijk. Wel blijkt dat Nederlanders in 2011 gemiddeld wat langer slapen dan enkele jaren geleden, en slapen valt onder persoonlijke tijd. Toch is ook dat een breuk met het verleden, want lange tijd nam het tijdsbeslag van betaald werk toe. Het is aannemelijk dat dit komt door de economische crisis.
Hoeveelheid vrije tijd niet afgenomen
Nederlanders van 12 jaar en ouder hebben in een gemiddelde week 47,8 uur vrije tijd. Eerder daalde de vrije tijd als gevolg van een toename van het tijdsbeslag van verplichtingen. In de periode 2000-2005 stagneerde die daling al en tussen 2006 en 2011 is van daling van de hoeveelheid vrije tijd geen sprake. Alleen mensen met een voltijdbaan zien hun aantal vrije uren met bijna 2 uur per week teruglopen. Voor anderen blijft de hoeveelheid vrije tijd gelijk of neemt wat toe. Binnen de vrije tijd neemt de tijd voor mediagebruik toe en de tijd voor sociale contacten neemt (verder) af. Ook reizen Nederlanders in 2011 wat minder in hun vrije tijd, in het bijzonder met de auto.
Recreatie en maatschappelijke participatie: verschuivingen onder de oppervlakte
De tijd voor sociale contacten, zoals telefoneren en op visite gaan, is verder afgenomen de laatste jaren. Het onderhouden van online sociale contacten is als enige vorm wel in bescheiden mate toegenomen. Tegelijk gaat er wat meer tijd naar feestjes thuis en het eten met vrienden. Dat is tot uitgaan gerekend. Er deden zich weinig veranderingen voor in de tijd die gaat naar uitstapjes, maar men besteedt wel wat minder tijd aan hobby’s en spelletjes in de vrije tijd. Binnen het eropuit gaan zijn de feestjes en etentjes bij mensen thuis populairder geworden dan het eten in restaurants, al is ook daar sprake van een zeer bescheiden toename.In het totaal gaat het om een toename van 1,7 uur naar 2,7 uur per week. Met uitstapjes,waaronder wandelen, fietsen en bezoek aan pretparken of dierentuinen vallen, is gemiddeld1,8 uur per week gemoeid en met bezoek aan cultuur, zoals musea, bioscoop of theater, een half uur per week. De gemiddelde Nederlander sport in 2011 iets langer dan in 2006. In totaal gaat het om1,7 uur per week in 2011.
Minder onderweg voor de vrije tijd
Nederlanders zijn voor hun dagelijkse activiteiten gemiddeld 9 uur per week onderweg. In 2011 zijn ze iets langer onderweg in het kader van woon-werkverkeer en wat minder lang in de vrije tijd. Vooral de auto laat men iets vaker staan.
Meer internet en televisie, minder gedrukte media
Nederlanders besteden het grootste deel van hun vrije tijd aan mediagebruik. Het mediatijdsbudget bedroeg decennia lang rond de 19 uur per persoon per week. In de periode tussen 2006 en 2011 is dit toegenomen tot gemiddeld bijna 21 uur per week. Niet onverwacht neemt het internet- en computergebruik in de vrije tijd toe van gemiddeld 2,8 uur naar 4 uur per week. Tieners en jongeren zijn nog altijd langer dan gemiddeld op internet te vinden, maar onderen ouderen neemt de tijd die zij hieraan besteden relatief snel toe.Opvallend is dat ook de televisiekijktijd, na een aanvankelijke daling enkele jaren geleden, tussen 2006 en 2011 toenam van 12,7 uur naar 14 uur per week. De tijd besteed aan het lezen van kranten, tijdschriften en boeken neemt verder af van 3,9 uur naar 2,5 uur per week.
Topics:Onderzoek
Trefwoorden: tijdbesteding, vrijetijdsbesteding