Aantal weidevogels daalt sterk
Een slecht teken voor
recreatie. Het aantal weidevogels daalt sterk. Je hoort steeds minder vogels
als je tussen de weilanden loopt. Het aantal scholeksters is met 60 procent
gedaald.
Van veel soorten is het aantal sinds 1990 fors afgenomen. De grootste
verliezers zijn de veldleeuwerik en de scholekster. Maar ook andere tot voor
kort veel voorkomende weidevogelsoorten doen het slecht. Alleen de populatie
kuifeenden is wel toegenomen. Dat blijkt uit een analyse van de meest recente
cijfers van de Nederlandse weidevogelstand door CBS en Sovon Vogelonderzoek
Nederland.
60% minder scholeksters
De populaties van grutto, scholekster, slobeend, veldleeuwerik en graspieper laten direct vanaf de jaren ‘90 een geleidelijke maar duidelijke daling zien. De gruttostand is sinds die tijd gehalveerd. Scholekster en veldleeuwerik zijn met 60 procent afgenomen. Van de kievit en gele kwikstaart blijven de populaties tot de eeuwwisseling nog op peil en de tureluur neemt in die periode zelfs wat toe. Maar ná de eeuwwisseling is ook bij deze soorten een daling te zien.
Schaalvergroting in melkveehouderij schaadt vogels
Het verdwijnen van weidevogels hangt samen met de schaalvergroting en intensivering in de landbouw. Enerzijds gaat het daarbij om directe verliezen van nesten en kuikens doordat bijvoorbeeld steeds vroeger en vaker gemaaid wordt. Maar ook indirect beïnvloedt de landbouw de weidevogelstand door de verschuiving van gevarieerde, vochtige, kruidenrijke hooilanden naar uniforme gedraineerde percelen met één of twee soorten gras, die makkelijker machinaal te bewerken zijn en een hogere grasproductie opleveren. Daardoor is er minder voedsel, dekking en rust voor weidevogels.
De schaalvergroting vindt al plaats sinds halverwege de vorige eeuw, maar gaat nog steeds door. Zo stopten in de periode 1990-2014 60 van de 100 melkveehouders met het houden van melkkoeien. Op de resterende, grotere bedrijven steeg het gemiddeld aantal melkkoeien van 40 naar 84, terwijl de melkproductie per koe ook nog toenam.
Habitat verdwijnt
Door de uitbreiding van onder andere steden en de bijbehorende infrastructuur
en de daarmee gepaard gaande toegenomen verstoring, is broedgebied van
weidevogels verloren gegaan. In totaal verdween er sinds 1990 ruim150 000
hectare grasland. Dat is een daling van ruim 14 procent.