108 gemeenten krimpen
Krimp neemt af
Toerisme wordt in
gemeenten die krimpen in inwonertal vaak aangewezen als oplossing om
voorzieningen en economie op peil te houden. Voor het eerst in jaren vlakt de
krimp af. Krimp is nog steeds aan de gang in 28% van de gemeenten.
in 2014 bedroeg de krimp nog bijna 40 procent. In veel gemeenten bleef krimp
uit door de vestiging van immigranten. Dat meldt CBS op basis van de voorlopige
bevolkingscijfers van
2015.
Vooral in gemeenten in de meer landelijke gebieden aan de randen van ons land daalde het aantal inwoners: in grote delen van Limburg, Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Zeeland. In de gemeenten Bellingwedde en Vlieland was de krimp het grootst, hier nam het aantal inwoners met ongeveer 2 procent af.
De sterkste bevolkingsgroei is te vinden in gemeenten in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en delen van Noord-Brabant. Het Noord-Hollandse Blaricum en Oostzaan groeiden met meer dan 3 procent het hardst. Ook in de vier grote steden groeide de bevolking bovengemiddeld, vooral in Amsterdam en Utrecht (ongeveer 1,5 procent).
In veel gemeenten toch groei door hoge immigratie
De krimp door natuurlijke aanwas wordt in veel gemeenten ten dele gecompenseerd door de 203 duizend immigranten die naar Nederland kwamen. In gemeenten met asielzoekerscentra komen er relatief veel mensen bij door immigratie. Deze immigranten verblijven vaak tijdelijk in een asielzoekerscentrum en vertrekken vervolgens weer om zich elders in Nederland te vestigen. Een voorbeeld hiervan is Vlagtwedde: deze gemeente had een (licht) negatieve natuurlijke aanwas, groeide 20 procent door buitenlandse migratie, maar kromp ook 18 procent door binnenlandse verhuizingen. Het eindresultaat was een bevolkingsgroei van bijna 1,5 procent.