De overlevingsstrategieën van informele toerisme ondernemers in Thailand
In dit artikel worden de hoogtepunten besproken van het proefschrift "The practice of informal tourism entrepreneurs: a Bourdieusian perspective” door Erdinç Çakmak, senior onderzoeker en hogeschool docent aan Breda University of Applied Sciences. Deze dissertatie over de dagelijkse praktijk van informele toerisme ondernemers is succesvol verdedigd op 11 maart 2020 op Wageningen University & Research.
Inleiding
Meer dan 2 miljard mensen leven in informele economieën, ongeveer 60% van de wereldwijde beroepsbevolking. Deze mensen werken zonder een openbaar vangnet, in tegenstelling tot mensen die in de formele sectoren werken en profiteren van wettelijke en sociale bescherming. Sinds de jaren zeventig zijn regeringen, onderzoekers, ngo’s en beleidsmakers geïnteresseerd in deze informele economieën, hoewel velen van hen verwachtten dat met de komst van globalisering de moderne formele economie haar tegenhanger snel zou absorberen. Maar in realiteit zijn juist de informele economieën aan het groeien, vooral naarmate bedrijven hun werk via outsourcing verplaatsen naar economische ontwikkelingslanden.
Ondanks connotaties van traditioneel, onderontwikkeld, marginaliteit en zelfs illegaliteit, dragen de informele economie en haar actoren substantieel bij aan het economische en sociale leven van gemeenschappen over de hele wereld. De actoren in de informele economieën zijn meestal zelfstandigen, vaak vrouwen die meerdere banen tegelijk vervullen. Zij verminderen de werkloosheid, leveren essentiële producten en diensten en vullen de aanbodtekorten in de formele sectoren aan. De ILO schat dat 92% van de vrouwelijke werknemers in ontwikkelingslanden informeel tewerkgesteld is. Dit betekent ook dat als we de omvang van informele economieën niet zouden meten, we de bijdrage van vrouwen aan de economische groei in deze economieën zouden onderschatten en bovendien niet kunnen bepalen of het beleid functioneert zoals het bedoeld is. Verder zijn de opvattingen van informele ondernemers vaak gemarginaliseerd en uitgesloten van maatschappelijke debatten. In de toeristische sector is er weinig bekend over de kenmerken van de informele toerisme-economie en geen enkele studie heeft ooit de omvang van de informele toerisme-economie geschat. Desondanks betreden de informele ondernemers de toeristische markten met belangrijke vaardigheden, kwaliteiten en attributen die beter zouden kunnen worden ingezet om bij te dragen aan bredere ontwikkelingsinitiatieven.
Dit proefschrift heeft onderzocht hoe informele toeristische ondernemers in Thailand hun informele toerisme sector opbouwen. Met behulp van een multidisciplinaire benadering door het combineren van concepten uit de sociologie, antropologie en economie, probeert dit proefschrift empirisch aan te tonen dat informele toeristische ondernemers een opmerkelijke kapitaalportefeuille hebben (bijv. economisch, cultureel en sociaal kapitaal) en bijdragen aan de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van belanghebbenden, bestemmingen en landen. Bovendien introduceert en benadrukt deze studie een nieuwe vorm van kapitaal, namelijk droomkapitaal. Het droomkapitaal-voorraadniveau van een ondernemer fungeert als katalysator en helpt de ondernemer om kansen te identificeren, om waarde te creëren en om uitdagingen te lijf te gaan. Bovendien is het de eerste keer dat in een proefschrift de omvang van de informele toeristische economie in een ontwikkelingsland is ingeschat. In dit opzicht beantwoordt deze studie ook vragen zoals hoe formele en informele toerisme-economieën elkaar beïnvloeden en hoe de informele toerisme-economie reageert op de economische en politieke crises. Het proefschrift pleit voor inclusieve kaders en hybride oplossingen waarin informele ondernemers worden erkend in hun maatschappelijke waarde.
Hoe bepalen belanghebbenden hun praxisstrategie?
Hoewel het begrijpen van de praxisstrategie van belanghebbenden een belangrijk aandachtspunt blijft in studies van toerisme, is het van cruciaal belang om te aan te geven wat deze praktijk construeert. De Franse socioloog Pierre Bourdieu suggereert dat het niet voldoende is om alleen te focussen op de uitkomsten (wat er is gebeurd) van acties, maar dat men ook de relaties en transacties tussen stakeholders in een bepaald veld moet observeren, meten en in kaart brengen. Praktijken worden gezien als het resultaat van de dynamische relaties tussen de drie centrale begrippen veld, kapitaal en habitus. Op basis van deze concepten stelt Bourdieu aan onderzoekers een driestappenbenadering voor bij het onderzoeken van een praktijk. Deze stappen zijn ook in dit promotieonderzoek gevolgd.
De eerste stap vereist een bepaling van actoren en hun relaties in het veld en de kenmerken daarvan. De centrale vragen in deze stap zijn: (a) Welke netwerken zijn er en (b) hoe nemen de stakeholders standpunten in het veld in? Dit vereist onderzoek van een veld in relatie tot andere velden en in het bijzonder bepalen welke actoren de ruimte op het veld domineren om de impliciete regels voor een goede praktijk vast te stellen. Het resultaat van deze analyse is een structurele kaart van actoren, hun posities en de relaties in het veld. In dit geval bracht deze studie de posities in kaart van actoren (d.w.z. lokale formele en informele ondernemers, overheid, ngo’s) met de nadruk op informele toeristische ondernemers, en de structurele relaties in het toerismesysteem. Deze kaart laat niet alleen de netwerken en hun relaties zien, maar ook de mate waarin actoren uitgesloten zijn van beleidsacties en sociale praktijken.
Deze eerste analyse toonde aan dat (a) de informele toerisme-economie vele lagen van posities, activiteiten en motivaties kent, en dat de posities van informele toeristische ondernemers niet op een bepaald punt in het veld vastliggen. Ze bieden op maat gemaakte producten en diensten aan internationale en binnenlandse toeristen, verlagen de transactiekosten van formele ondernemers, verbeteren de productieprocessen en bieden vooral authentieke ervaringen aan de bezoekers van hun bestemmingen; (b) de waardeketens in de toerismesector zijn veel langer dan in andere sectoren en samenwerking is essentieel voor alle belanghebbenden die in de toerismesector actief zijn; (c) informele ondernemers in toerisme hebben een opmerkelijk niveau van cultureel en sociaal kapitaal, en de waarde van dit kapitaal wordt onderschat door de publieke actoren. Door samenwerking tussen informele en formele ondernemers kunnen deze vormen van kapitaal de waarde van bestaande kapitalen in deze netwerken verhogen, de concurrentiepositie versterken en meer dynamiek brengen in de waardeketens; (d) het binaire onderscheid tussen formeel/informeel ondernemerschap geeft een vertekend beeld, aangezien steeds meer ondernemers zich bezighouden met minder formele of informele activiteiten naast hun rol in de formele, structurele economie.
Betekent "kapitaal” alleen geld? Sociologen veranderden de betekenis van kapitaal
De tweede stap omvat een onderzoek naar soorten en de volumes van kapitaal waarover de actoren beschikken in relatie tot hun positie in het veld. Hier wordt de term kapitaal niet alleen gezien als economisch maar ook als cultureel, sociaal en symbolisch kapitaal. Dit deel biedt een geïntegreerd overzicht van deze kapitalen en heeft ze met elkaar vergeleken om te bepalen welke soorten kapitaal het meest interessant zijn voor ondernemers om te overleven. Deze stap zocht een antwoord op de vraag: welke soorten en volumes van kapitalen gebruiken en converteren de informele ondernemers in verschillende stadia van het ontwikkelingsproces van hun onderneming?
De dominante opvatting in benaderingen van armen en armoedebestrijding beschouwt toerisme als een katalysator om het levensonderhoud van gemarginaliseerde gemeenschappen te stimuleren. Zij negeert meestal persoonlijke sterke punten (bijv. vaardigheden, capaciteiten, goede gezondheid) ten gunste van een focus op het stimuleren van ondernemingsactiviteiten. Bij een dergelijke benadering wordt de kapitaalportefeuille van een informele ondernemer vaak onderschat en niet goed begrepen. Informele ondernemers bedienen de toeristische economie met specifieke soorten kapitaal en leveren daarmee een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van toerisme in een bredere context.
Deze studie toonde aan dat de diverse kapitalen onderling verbonden zijn en dat hun onderzoek niet afzonderlijk moet worden gedaan. Elke actor probeert zijn of haar kapitaal te behouden, streeft ernaar nieuw kapitaal te verwerven of de waarde ervan te verhogen. Verder kent elk veld een andere combinatie van kapitalen en is het niet alleen het volume van het kapitaal dat belangrijk is, maar ook de liquiditeit, converteerbaarheid en gevoeligheid voor uitval. Daarom wordt beweerd dat informele toeristische ondernemers hun kapitaalportefeuille strategisch inzetten in relatie tot het ontwikkelingsproces van hun onderneming en de vereisten van het veld. Daarnaast is er een nieuwe vorm van kapitaal geïntroduceerd, genaamd droomkapitaal. Het droomkapitaal bestaat uit alle middelen (d.w.z. passie, ideeën, verwachtingen, dromen, wensen, hoop en emoties) die beschikbaar zijn in de geest van een ondernemer en is als een visie richtinggevend.
Welke stakeholder heeft de neiging zich aan te passen en welke verzet zich?
De derde stap richt zich op de habitus van de belanghebbenden. Individuen ervaren hun omgeving op basis van hun habitus, die ervaringen uit het verleden omvat en hun geïnternaliseerde culturele discours, hun overtuigingen en de posities die ze bekleden in de velden waarin ze opereren. In dit geval wordt het concept van habitus gebruikt om uit te leggen hoe iemand zijn individuele positie in verschillende contexten in een veranderingsproces vormgeeft. Dienovereenkomstig is de habitusaanpassing van informele toeristische ondernemers onderzocht als reactie op veranderingen die plaatsvinden in hun individuele levensloopbanen en hun onmiddellijke sociale omgeving. Het resultaat van deze habitusanalyse was een classificatie van vier modi van habitusaanpassing. Verder suggereren de resultaten dat ondernemers, die hun habitus en hun praktijken tijdig aanpassen aan de veranderingen op sociaal gebied, de kansen in de veranderende markten sneller aangrijpen en succesvoller zijn in hun bedrijf. Er wordt ook aangegeven dat het in kaart brengen van de modi van habitusaanpassing beleidsmakers zou kunnen helpen om de veranderingsprocessen van belanghebbenden en hun bereidheid tot verandering te begrijpen. De laatste kwestie is bijzonder relevant en belangrijk in deze huidige periode waarin het toerisme in diepe slaap verkeert als gevolg van de wereldwijde COVID-19 pandemie. Hoewel de vraag wanneer en hoe het toerisme weer zal opkrabbelen een million-dollar question is, is het minstens zo interessant om in te schatten hoe belanghebbenden hun habitus zullen aanpassen na afloop van een pandemie.
Informele toerisme-economie groeit sneller dan de formele economie
Naast deze sociologische analyse in drie stappen, beschouwt dit proefschrift ook het economisch perspectief door de aandacht te schenken aan de macro-economische indicatoren en te focussen op de omvang van de informele toeristische economie. Dit is de eerste studie die is uitgevoerd om de omvang van de informele toeristische economie te schatten. Ook heeft het empirisch de dynamische wisselwerking tussen trends in de (in) formele toeristische economie en de arbeidsmarkt aangetoond. Het is niet mogelijk om de totale bijdrage van de toerismesector aan de nationale economieën te berekenen zonder de omvang van de informele toerisme-economieën te kennen. Met behulp van het model is een schatting gemaakt op grond van een dataset over een periode van meer dan 60 jaar, waarbij datasets van de World Development Indicators (WDI), samengesteld door de Wereldbank en World Travel and Tourism Council (WTTC), worden gecombineerd. De resultaten waren verbluffend.
De informele toerisme-economie groeit sneller dan de formele toerisme-economie. De informele toerisme-economie vermindert werkloosheid en biedt banen aan de kwetsbaren in een samenleving. Bovendien worden de formele toeristische actoren meer getroffen door de mondiale en regionale crises dan de informele toeristische ondernemers. Een reden daarvoor zou kunnen zijn dat deze laatste flexibeler zijn en zich sneller aanpassen aan de veranderende omgevingen dan de formele economische actoren. Ten slotte - misschien wel het belangrijkste resultaat van deze macro-economische analyse – blijkt de stelling dat een groei van de formele economie leidt tot een achteruitgang van de informele economie, op sectoraal niveau niet waar te zijn, althans niet voor de toeristische sector. Formele en informele toerisme-economieën bewegen op een vergelijkbare manier. Dit betekent dat wanneer de formele toerisme-economie groeit, de informele toerisme-economie ook groeit, en vice-versa. Beleidsmakers die informele activiteiten en werkgelegenheid in de toeristische sector willen reguleren, zullen andere strategieën voor de toeristische sector dan voor de algemene economie moeten toepassen om de algehele groei van de toeristische sector in hun land niet te schaden.
Conclusie: waar gaan we heen?
Overheden en beleidsmakers in bestemmingen beschouwen de informele toerisme-economie doorgaans niet als een wenselijk fenomeen. Het is moeilijk te controleren, het onttrekt zich aan belastingen, en de bijdrage ervan wordt niet meegerekend in de berekening van het bruto binnenlands product van het land. De bijdrage van de informele economie aan de samenleving en arbeidsmarkt is echter niet te loochenen.
Ten eerste is de samenwerking met informele toeristische ondernemers van vitaal belang voor toeristische bestemmingen. De informele toeristische ondernemers met hun sociale en culturele kapitaal kunnen de capaciteit van het toerisme netwerk vergroten en het concurrentievermogen van de bestemmingen doen toenemen.
Ten tweede is de praktijk van informele toeristische ondernemers hybride. Vooral actoren die zich zowel bezighouden met activiteiten in de formele sector als in de informele sector zorgen voor een vervaging van het onderscheid tussen formele en informele economische praktijken.
Ten derde moet het droomkapitaal worden opgenomen in de competentiekaders voor ondernemers. De voorraad droomkapitaal is een belangrijk instrument om de toekomstvisie te weerspiegelen van een ondernemer die een product- of dienstconcept wil ontwikkelen, nieuwe toeristische markten wil betreden en/of zijn of haar bedrijf wil opschalen.
Ten vierde biedt dit proefschrift een habitusanalyse die door beleidsmakers kan worden gebruikt om de bereidheid te voorspellen van relevante belanghebbenden om hun habitus aan te passen aan de nieuwe omstandigheden in de markt en in sociale ruimtes.
Ten slotte kunnen informele toeristische ondernemers belanghebbenden en overheden helpen om hun SDG’s te realiseren. Onder de ondernemers in informeel toerisme vallen verschillende soorten actoren, zoals inheemse volkeren, migranten, kwetsbare kinderen en jongeren, boeren, vrouwen en personen met een handicap. De duurzame ontwikkeling van een bestemming vereist de actieve deelname van alle mensen in een samenleving. Dit proefschrift toont aan dat informele toeristische ondernemers actief zijn in het ondersteunen van de lokale markt en bevolking, en bijgevolg kunnen ze bestemmingen helpen om inclusiever, veiliger, veerkrachtiger en duurzamer te worden.
Meer informatie
Nadere informatie over dit proefschrift en het besproken onderzoek is op te vragen bij Erdinç Çakmak, via cakmak.e@buas.nl.
Vertaling artikel: Ben Offringa.