Nationale Databank Verblijfsrecreatie
Duidelijke data voor betere analyses
Hoeveel campings zijn er eigenlijk? Hoe maak je beleid voor vakantieparken met een stevige onderbouwing? Overheden en bedrijven hebben betrouwbare cijfers nodig. Daarbij veranderen de cijfers over accommodaties voortdurend. NRIT en Rolf Nijdam starten de Nationale Databank Verblijfsrecreatie met duidelijke cijfers voor de sector.
Meer inzicht in data: de markt verdient het
Hoeveel vakantieparken telt ons land nu eigenlijk? In elke landelijke bijeenkomst (en in veel artikelen) komt deze vraag wel weer aan de orde. Vaak terloops, omdat het onderwerp nooit als hoofdmoot van een programma naar boven komt, maar altijd als een soort noodzakelijke voorwaarde of uitgangspunt om verder te kunnen argumenteren over zaken die wél de hoofdmoot vormen. Namelijk de problematiek of ontwikkelingen die in de sector om aandacht vragen. Voor het antwoord komt men meestal, niet onlogisch, tot een aantal van zo’n 1.500 huisjesterreinen en ongeveer 2.600 kampeerterreinen. Gegevens die maandelijks door het CBS worden gegenereerd. Maar wist u dat deze getallen niet bij elkaar opgeteld kunnen worden? Bedrijven die namelijk zowel accommodaties áls toeristische standplaatsen aanbieden, komen in beide categorieën voor. Deze ‘dubbeling’ geldt voor een kleine 1.000 terreinen, dus komen we tot een totaal van maximaal 3.100 ‘vakantieparken’. Maar dan moeten we ook weten dat het CBS alleen de bedrijven telt die een centrale en toeristische functie vervullen. Parken die alleen eigen gebruik kennen worden dus niet meegeteld. Die worden in de NDV ook vermeld.
Een complicerende factor bij het beantwoorden van bovengenoemde vraag is welk type bedrijf meegeteld dient te worden. Geregeld bedoelt de sector met de term vakantiepark enkel de bungalowparken. Maar ja, wat als het bungalowpark ook een campinggedeelte heeft? En de soms zeer uitgebreide chaletparken met al hun voorzieningen dan? Deze zijn toch ook te typeren als een echt ‘vakantiepark’. Net als de vele campings in ons land die voorheen alleen uit toeristische standplaatsen bestonden maar de laatste jaren steeds meer accommodaties op hun terrein plaatsen. Redenen te over om in de Nationale Databank Verblijfsaccommodaties een brede definitie van de term ‘vakantiepark’ te gebruiken. Aan de databank is dan ook de term ‘verblijfsrecreatie’ toegevoegd.
Van aantal naar analyse
En dan hebben we het tot nu toe alleen nog maar gehad over absolute aantallen van het aanbod in de NDV. Uiteraard is het voor veel doeleinden en vanuit diverse perspectieven voorstelbaar dat diepere analyses interessant zijn. Denk aan de diverse regionale overheden die inzicht willen hebben in het aanbod in hun landstreek. Of toeleveranciers die hun product of dienst kenbaar willen maken bij alleen een relevant type vakantiepark. Uiteraard is de nieuwe databank tevens uitermate geschikt voor adviesbureaus die geregeld analyses maken binnen een bepaald segment van de sector.
Wat meer uitzoomend past de databank ook prima in hetkader van de door overheid en markt gewenste versterking van de kennisinfrastructuur (zie bijvoorbeeld het rapport ‘Waardevol toerisme: onze leefomgeving verdient het’ van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur) en de initiatieven rondom de Landelijke Data Alliantie (zie ‘Perspectief 2030 – Bestemming Nederland’ van NBTC Holland Marketing).
Databank fase 1 – de verblijfsrecreatie in Nederland
De databank die in de zomer van 2021 gepresenteerd wordt, zal bij de start zo’n 3.800 adressen van verblijfsrecreatieve bedrijven bevatten. Concreet gaat het om alle in Nederland gevestigde bedrijven die onder de volgende typen vallen:
- bungalow- en villaparken
- chalet- en stacaravanparken
- campings
- boerderij- of minicampings
- natuurkampeerterreinen
- gemengde vakantieparken
Dit betreffen niet alleen alle ruim 3.400 verblijfsrecreatieve bedrijven die opereren vanuit een toeristisch oogpunt en een centrale verhuur kennen. Ook zijn de parken meegenomen die geen (centrale) verhuur kennen, oftewel de ‘tweede huizen parken’ en de parken die van oorsprong een recreatieve bestemming kenden maar dat inmiddels door verschillende redenen niet meer hebben.
Van deze 3.800 parken zijn op dit moment de volgende gegevens inzichtelijk gemaakt:
- volledige adresgegevens
- e-mailadres
- websiteadres en directe link naar de website
- type / categorie van het bedrijf
- al dan niet een centrale toeristische verhuur
- naam verhuurorganisatie
- oppervlakte
- aantallen accommodaties en standplaatsen
Binnen deze data kan elke gewenste selectie gemaakt worden. Zo kan bijvoorbeeld zeer eenvoudig een adressenlijst gemaakt worden van alle typen vakantieparken in een bepaalde gemeente, kunnen de aantallen accommodaties van alle verhuurorganisaties overzichtelijk met elkaar vergeleken worden of kan het areaal aan vakantieparken van bepaalde regio’s of provincies in kaart gebracht worden.
Elk jaar worden alle data geactualiseerd. Bedrijven krijgen zelf ook de mogelijkheid om hun eigen gegevens te updaten. Hierdoor wordt het doorlopend verbeteren van de NDV ook een proces dat vóór en mét de markt tot stand wordt gebracht. Tevens vormt het toegankelijk maken van een en ander een kostenpost. Zodoende zal voor toegang tot de data dan ook een bepaald bedrag gevraagd worden, afhankelijk van doel en gebruik ervan.
Verwachte uitbreidingen
Het idee is om de databank op termijn uit te breiden naar een Nationale Databank Leisure. Dit betekent dat het aanbod van de huidige huisjes- en kampeerterreinen wordt uitgebreid met groepsaccommodaties, jachthavens, dagrecreatieve bedrijven en wellicht ook met hotelaccommodaties. Maar tevens zal aandacht geschonken worden aan het toevoegen van aanvullende gegevens van de bestaande adressen. Gedacht kan worden aan de aanwezigheid van bepaalde voorzieningen zoals zwembaden, horeca, fietsverhuur, wellness, supermarkt, het hebben van bepaalde keurmerken of contactgegevens van bepaalde functies binnen de bedrijven. Een en ander is ook afhankelijk van de behoefte vanuit het werkveld.
Door het gehele aanbod in de vrijetijdsindustrie op deze manier in kaart te brengen, zal een grote bijdrage geleverd worden aan de gewenste versterking van de kennisinfrastructuur van de sector.
Rolf Nijdam is als docent en onderzoeker verbonden aan respectievelijk de Hospitality Business School en het lectoraat Regio-ontwikkeling, beide onderdeel van hogeschool Saxion. Hij is auteur van het standaardwerk ‘Het Vakantiepark in Nederland’ en via Bureau Nijdam actief in de verblijfsrecreatieve sector.