Gedetailleerde regionale cijfers over toerisme beschikbaar
Hoe ontwikkelt het toerisme zich in de diverse regio’s van Nederland? En wat betekent dat voor drukte in een bepaald gebied? Datavragen die voor beleidsmakers uitermate relevant zijn en waar tot voor kort maar mondjesmaat antwoord op kon worden gegeven.
In het Data Center Toerisme (DCT) zijn nu de CBS-cijfers uit de Statistiek Logiesaccommodaties (SLA) op COROP niveau beschikbaar gemaakt. Nederland telt 40 COROP-gebieden en dat geeft een fijnere regionale indeling dan provincie of toeristengebied. In de nu beschikbare datasets staan gegevens over gasten en overnachtingen per COROP-gebied naar type accommodatie, herkomst en maand van het jaar. De onderzoekers hebben ook de toeristische druk berekend. Zowel de intensiteit (aantal overnachtingen per 100 inwoners per dag) als de dichtheid (aantal overnachtingen per dag per km2). Alle gegevens zijn tot en met oktober 2022 bijgewerkt.
Toeristisch intensiteit
In 2021 was de toeristische intensiteit het hoogst in de COROP-gebieden Overig Zeeland (8,34), Zeeuws-Vlaanderen (6,76), Zuidoost-Drenthe (4,66), Noord-Drenthe (4,20) en Noord-Limburg (4,01). De toeristische intensiteit geeft een verhouding aan tussen de omvang van de bevolking en het aantal overnachtingen van toeristen. De toeristische intensiteit was het laagst in Zuidoost-Zuid-Holland (0,25), Delft en Westland (0,47), Oost-Zuid-Holland (0,54), Utrecht (0,62), Overig Groningen (0,64) en Zuidwest-Gelderland en West-Noord-Brabant (beiden 0,65).
Toeristische dichtheid
Je kunt ook op een andere manier naar druk op een gebied kijken en dat is de dichtheid van toeristen in aantallen overnachtingen per km2. Dan zien we een heel ander lijstje met aan kop veel meer stedelijke gebieden zoals Agglomeratie Haarlem (36,46), Groot-Amsterdam (32,88), Agglomeratie 's-Gravenhage (28,07), Overig Zeeland (22,25) en Zuid-Limburg (20,45). Het minst druk is het dan in Overig Groningen (1,97), Zuidwest-Gelderland (2,34), Zuidoost-Friesland (2,46), Zuidoost-Zuid-Holland (2,64 en West-Noord-Brabant (3,41).