Circuit Zandvoort mag evenementen organiseren
Reactie Van Overdijk: "Zorgvuldig gehandeld"
De activiteiten en evenementen op Circuit Zandvoort mogen doorgaan. Dat is de
uitkomst van twee uitspraken van 5 juli 2023 van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State over een natuurvergunning en twee
ontheffingen die de provincie Noord-Holland verleende voor het circuit.
In 2019 verleende het college van gedeputeerde staten van
Noord-Holland een natuurvergunning voor de exploitatie van het circuit en voor
een aantal aanpassingen aan het circuitterrein. De rechtbank Noord-Holland liet
de besluiten in stand, maar volgens een aantal natuur- en milieuorganisaties
leidt de natuurvergunning tot een toename van stikstofneerslag op het
nabijgelegen beschermde Natura 2000-gebied ‘Kennemerland-Zuid’. Op het terrein
zijn ook allerlei werkzaamheden verricht om het circuit en de faciliteiten aan
te passen. Omdat daarmee de beschermde zandhagedis en rugstreeppad worden
verstoord, heeft het college van gedeputeerde staten hiervoor in 2019 en 2020
ontheffingen op grond van de Wet natuurbescherming verleend. Ook daar zijn
enkele natuurorganisaties op tegen.
Om te beoordelen of de natuurvergunning tot meer stikstofuitstoot leidt, moet
de nieuwe situatie worden vergeleken met wat er vóór het verlenen van de
natuurvergunning in 2019 was toegestaan op het circuitterrein. Dat wordt de
referentiesituatie genoemd. Partijen verschillen van mening over wat de
referentiesituatie precies omvat. De Afdeling bestuursrechtspraak is van
oordeel dat het circuitterrein op basis van de laatste milieuvergunning uit
1997 en twee natuurvergunningen uit 2011 en 2015, het hele jaar mocht worden
gebruikt voor auto- en motorsport en andere grootschalige publieksevenementen.
Daarbij was het ook mogelijk om twaalf dagen per jaar af te wijken van de
voorschriften, waarmee er op die dagen meer mogelijk was op het circuit. De
huidige natuurvergunning uit 2019 beperkt het gebruik van het circuit tot
maximaal 337 dagen per jaar. Bovendien mag op basis van deze natuurvergunning
niet meer dan 6.124 kg stikstof per jaar worden uitgestoten, terwijl de stikstofuitstoot
in de oude situatie geschat wordt op ongeveer 10.750 kg per jaar. Vanwege dit
grote verschil met wat op grond van oude vergunningen was toegestaan hoefde de
provincie de exacte stikstofuitstoot niet nauwkeuriger vast te stellen en is
zij er terecht vanuit gegaan dat de in 2019 verleende natuurvergunning niet
leidt tot meer stikstofneerslag op het beschermde natuurgebied.
Was een natuurvergunning nodig?
In deze zaak doet zich de bijzondere situatie voor dat de
wet is veranderd tussen het verlenen van de vergunning in 2019 en de beslissing
op de bezwaren van de milieu- en natuurorganisaties in 2020. Sinds 1 januari
2020 is op grond van de Wet natuurbescherming geen natuurvergunning meer nodig
als een bepaalde activiteit niet leidt tot meer stikstof dan in de
referentiesituatie. Die situatie doet zich hier voor. Daarom had de provincie
in 2020 moeten beslissen dat de natuurvergunning niet meer nodig was.
Wat nu?
De Afdeling bestuursrechtspraak is zich ervan bewust dat
toepassing van de wet in dit geval tot rechtsonzekere situaties leidt. Want de
huidige natuurvergunning beperkt het gebruik van het circuitterrein door een
maximum te stellen aan zowel het aantal dagen dat het circuitterrein gebruikt
mag worden als aan de stikstofuitstoot. Zonder vergunning gelden deze
beperkingen niet en zou het circuit terugvallen op de veel ruimere vergunningen
uit 1997, 2011 en 2015. De wetgever heeft weliswaar aangegeven dat hij toch
weer een vergunningplicht voor dit soort situaties wil invoeren, maar dat is
nog niet zover.
Provincie is aan zet
De Afdeling bestuursrechtspraak vernietigt de beslissing op
de bezwaren uit 2020, maar laat de vergunning uit 2019 staan. Daarvoor is de provincie
Noord-Holland aan zet. Zij moet een nieuwe beslissing nemen op de bezwaren van
de milieu- en natuurorganisaties en er daarbij vanuit gaan dat op basis van de
bestaande wetgeving geen natuurvergunning nodig is voor het circuit.
Conclusie: activiteiten kunnen doorgaan
Onder aan de streep betekent de uitspraak over de
natuurvergunning dat de activiteiten op het circuitterrein kunnen doorgaan. In
de tweede uitspraak, over de ontheffingen, stelt de Afdeling
bestuursrechtspraak de natuur- en milieuorganisaties in het ongelijk. Dit
betekent dat ook die uitspraak geen belemmering is om de activiteiten op het
circuitterrein door te laten gaan.
Reactie Van Overdijk: "Zorgvuldig gehandeld"
Directeur CM.com Circuit Zandvoort Robert van Overdijk:
"Wij zijn natuurlijk weer verheugd dat de Raad van State, ook na grondige
overweging, erkent dat we hierin zorgvuldig gehandeld hebben. Zelfs meer dan
zorgvuldig, want de vergunning was niet nodig omdat er geen toename van
stikstofemissie is, maar zelfs een afname. We gaan door met jaarlijkse exploitatie
van CM.com Circuit Zandvoort, inclusief de organisatie van de Formule 1
Heineken Dutch Grand Prix en die laatste in elk geval tot en met 2025."
"Dit is fijn voor ons, maar vooral voor de regio, omdat
het evenement zorgt voor een economische impact van vele miljoenen euro's.
Daarnaast streven we dit jaar naar 98% van de bezoekers die op een duurzame
manier de F1 bezoeken. Deze uitspraak laat ook zien dat de huidige situatie
voor een significante daling van de stikstofemissie zorgt. Vervolgens blijven
we, wat ons betreft, in gesprek met de natuur- en milieuorganisaties over het
afstemmen van de lange termijnplannen van het Circuit en de impact daarvan op
het milieu,” besluit Van Overdijk.